1. Home
  2. Translation in context
  3. Dutch-Spanish
  4. Afgesproken

Translation of "Afgesproken" in Spanish

0.003 sec.

Examples of using "Afgesproken" in a sentence and their spanish translations:

- Oké?
- Akkoord?
- Afgesproken?

- ¿Arre?
- ¿De acuerdo?

Het was afgesproken spel.

Ese juego estaba amañado.

- Het is een deal.
- Afgesproken.

Tenemos un trato.

Ik dacht dat je met Tom had afgesproken.

Pensé que tenías una cita con Tom.

Ik heb vanavond afgesproken met een vriend van vroeger.

Esta noche veré a un viejo amigo.

- Ik heb om zes uur met hem afgesproken.
- Ik ontmoet hem om zes uur.

He quedado con él a las seis.

- Ik heb om zes uur een afspraakje met hem.
- Ik heb om zes uur met hem afgesproken.
- Ik ontmoet hem om zes uur.

- Tengo una cita con él a las seis.
- He quedado con él a las seis.