Translation of "Ontmoet" in Finnish

- Ik heb uw vriend ontmoet.
- Ik heb je vriend ontmoet.

Tapasin ystäväsi.

Wie heb je ontmoet?

- Keitä sinä tapasit?
- Ketkä sinä tapasit?

- Ik heb je vader gisteren ontmoet.
- Ik heb uw vader gisteren ontmoet.
- Ik heb jullie vader gisteren ontmoet.

Tapasin isäsi eilen.

Toen hebben we elkaar ontmoet.

Tapasimme silloin.

Waar hebben jullie elkaar ontmoet?

Miten te tapasitte?

Gisteren heb ik Christine ontmoet.

- Tapasin Christinen eilen.
- Tapasin eilen Christinen.

Ik heb hem eergisteren ontmoet.

- Tapasin hänet toissapäivänä.
- Minä tapasin hänet toissapäivänä.

Ik heb je vriend ontmoet.

Tapasin ystäväsi.

Wij hebben een schrijver ontmoet.

Tapasimme kirjailijan.

Wie goed doet, goed ontmoet.

Niin metsä vastaa kuin sinne huudetaan.

- Hij ontkende haar ontmoet te hebben.
- Hij ontkende dat hij haar ontmoet had.

Hän kielsi tavanneensa naista.

Ik heb je vader gisteren ontmoet.

Tapasin isäsi eilen.

Ik heb Tom deze avond ontmoet.

- Tapasin Tomin tänä iltana.
- Näin Tomin kanssa tänä iltana.

Heb je hem in de universiteit ontmoet?

Tapasitko hänet yliopistolla?

Hebben wij elkaar niet al eerder ontmoet?

Emmekö ole tavanneet aikaisemmin?

Wanneer heb je hem voor 't eerst ontmoet?

Muistatko, kun tapasitte ensi kertaa?

Heb ik u al niet eens eerder ontmoet?

Enkö ole nähnyt sinua aiemmin?

We hebben haar toevallig ontmoet in het park.

Tapasimme hänet sattumalta puistossa.

- Ik heb hem gisteren ontmoet.
- Ik ontmoette hem gisteren.

Tapasin hänet eilen.

Ik heb haar in Kioto voor het eerst ontmoet.

Tapasin hänet ensimmäistä kertaa Kiotossa.

Ik heb bij toeval een oude vriend in Tokyo ontmoet.

Tapasin sattumalta vanhan ystävän Tokiossa.

- Ik heb vanavond Tom gezien.
- Ik heb Tom deze avond ontmoet.

- Tapasin Tomin tänä iltana.
- Näin Tomin kanssa tänä iltana.
- Näin Tomin tänä iltana.

- Ik zal me later bij jullie aansluiten.
- Ik ontmoet je later.

- Liityn seuraanne myöhemmin.
- Liityn joukkoonne myöhemmin.

- Ik weet niet meer wanneer ik Tom voor het eerst ontmoet heb.
- Ik kan me niet herinneren wanneer ik Tom voor het eerst ontmoet heb.

En muista milloin tapasin Tomin ensimmäistä kertaa.

- Ik kan me niet herinneren waar ik Tom voor het eerst ontmoet heb.
- Ik weet niet meer waar ik Tom voor het eerst ontmoet heb.

En muista missä tapasin Tomin ensimmäisen kerran.

„Oké, dus gister heb ik die kerel ontmoet die ik kende van het internet.” „Die ene Tom waar je het altijd over hebt?” „Ja, die ja.” „En? Hoe was het?” „Hij was niet zo knap als ik had gehoopt.”

”Tapasin eilen ensimmäistä kertaa yhen kaverin, johon olen tutustunut netin kautta.” ”Ai, sen Tom-tyypin, josta sä aina puhut?” ”Just sen.” ”No, millanen se oli?” ”Ei niin hyvännäköinen kuin odotin.”