Translation of "Zes" in Spanish

0.015 sec.

Examples of using "Zes" in a sentence and their spanish translations:

Wacht tot zes uur.

- Aguarda hasta las seis.
- Espera hasta las seis.

We hebben zes eieren.

Tenemos seis huevos.

Het was zes uur.

Eran las seis.

Het is zes uur.

Son las seis.

- Stond je om zes uur op?
- Stond je op om zes uur?

¿Te has levantado a las seis?

Hoeveel is vier maal zes?

¿Cuánto es cuatro por seis?

Het is bijna zes uur.

Son casi las seis en punto.

Dit huis heeft zes kamers.

Esta casa tiene seis habitaciones.

Een zeshoek heeft zes zijden.

Un hexágono tiene seis lados.

Het telefoongesprek duurde zes uur.

La llamada telefónica duró seis horas.

Het is zo half zes.

Pronto serán las cinco y media.

Het is vijf voor zes.

Son las seis menos cinco.

- Ik zal daar tot zes uur blijven.
- Ik blijf daar tot zes uur.

Me quedaré allí hasta las seis.

- Het vliegtuig landde om zes uur precies.
- Het vliegtuig landde exact om zes uur.

- El avión aterrizó exactamente a las seis en punto.
- El avión aterrizó exactamente a las seis horas.

- God schiep deze wereld in zes dagen.
- God schiep de wereld in zes dagen.

Dios creó el mundo en seis días.

- Hij heeft een hond en zes katten.
- Hij heeft één hond en zes katten.

Tiene un perro y seis gatos.

- Ik heb om zes uur met hem afgesproken.
- Ik ontmoet hem om zes uur.

He quedado con él a las seis.

- Hij heeft een hond en zes katten.
- Ze heeft een hond en zes katten.

Tiene un perro y seis gatos.

Laten we tot zes uur wachten.

Esperemos hasta las seis.

Mijn vliegtuig vertrekt om zes uur.

Mi avión sale a las seis.

Ik sta op om zes uur.

Me levanto a las seis.

Er zijn zes mensen, inclusief hem.

Hay seis personas incluyéndolo a él.

Ze zijn zes maanden geleden getrouwd.

Se casaron hace seis meses.

We kennen elkaar al zes jaar.

Nos conocemos ya desde hace seis años.

De meeste gitaren hebben zes snaren.

La mayoría de las guitarras tienen seis cuerdas.

Zes gedeeld door twee is drie.

Seis entre dos son tres.

Om zes uur ben ik terug.

- Volveré a las seis.
- Estaré de vuelta a las seis.

Is zes uur goed voor u?

¿Le viene bien a las seis?

Het is zes graden onder nul.

Hace seis grados bajo cero.

Hij werd zes jaar later herkozen.

Él fue reeligido seis años después.

Je moet om zes uur opstaan.

Tienes que levantarte a las seis.

Ik ben rond zes uur opgestaan.

- Me levanté más o menos a las seis.
- Me levanté hacia las seis.
- Me he levantado hacia las seis.

Roep me om zes uur morgenochtend.

Llámame mañana a las seis de la mañana.

Ik kom terug voor zes uur.

Volveré antes de las seis.

Bob zal om zes uur terugkomen.

Bob estará de vuelta a las seis.

Komt hij om zes uur thuis?

¿Él va a venir a casa a las seis?

Ik ben om zes uur opgestaan.

Yo me levanté a las seis.

- Ik heb om zes uur een afspraakje met hem.
- Ik heb om zes uur met hem afgesproken.
- Ik ontmoet hem om zes uur.

- Tengo una cita con él a las seis.
- He quedado con él a las seis.

- Tom verdriedubbelde zijn investering in zes maanden.
- Tom heeft zijn investering verdriedubbeld in zes maanden.

Tom triplicó su inversión en seis meses.

- Er was maar zes man op het feest.
- Er waren maar zes mensen op het feest.

Sólo había seis personas en la fiesta.

- Straks is het vijf uur dertig.
- Binnenkort is het half zes.
- Het is zo half zes.

Pronto serán las cinco y media.

En ongeveer zes maanden voor ze stierf,

y seis meses antes de morir,

Zes kleintjes... ...slechts 'n paar uur oud.

Seis cachorros recién nacidos, con solo unas horas de vida.

Henry heeft niet meer dan zes dollar.

Henry no tiene más de seis dólares.

Ze is zes jaar ouder dan ik.

- Ella es mayor que yo por seis años.
- Ella es seis años mayor que yo.

Hij heeft een hond en zes katten.

- Tiene un perro y seis gatos.
- Él tiene un perro y seis gatos.

Ik had zes maanden geleden een keizersnede.

Hace seis meses tuve una cesárea.

Er zitten zes appels in de doos.

Hay seis manzanas en la caja.

God schiep deze wereld in zes dagen.

Dios ha creado este mundo en seis días.

Mijn telefoonnummer is twee, vier, zes, acht.

Mi número de teléfono es el dos, cuatro, seis, ocho.

Ik heb zes maanden in China gewoond.

- He vivido en China durante seis meses.
- Viví en China por seis meses.

Hij woont zes huizen van me vandaan.

Él vive a seis casas de la mía.

Ze heeft een hond en zes katten.

- Tiene un perro y seis gatos.
- Ella tiene un perro y seis gatos.

Ik stond vanochtend om zes uur op.

Esta mañana me levanté a las seis.

Ik heb alle zes de vensters gesloten.

He cerrado las seis ventanas.

God schiep de wereld in zes dagen.

Dios creó el mundo en seis días.