Translation of "Job" in Portuguese

0.006 sec.

Examples of using "Job" in a sentence and their portuguese translations:

Tom vroeg mij of ik mijn nieuwe job leuk vind.

Tom me perguntou se eu estava gostando do meu novo emprego.

- Maar hij had een job nodig.
- Maar hij had een baan nodig.

Mas ele precisava trabalhar.

Tom was niet in staat om een job te houden of om op zichzelf te leven.

Tom era incapaz de se manter num emprego e de viver sozinho.

- Maar hij had werk nodig.
- Maar hij had een job nodig.
- Maar hij had een baan nodig.

Mas ele precisava de um emprego.

- Hij nam de gelegenheid te baat om een job te krijgen.
- Hij greep de gelegenheid aan om werk te krijgen.

Ele agarrou a oportunidade de obter um emprego.

- Tom kwam naar Boston en hoopte dat hij een job kon vinden.
- Tom kwam naar Boston en hoopte dat hij wat werk kon vinden.

- Tom veio a Boston com a esperança de encontrar um trabalho.
- Tom veio a Boston esperando encontrar um emprego.