Translation of "Lezen" in Polish

0.013 sec.

Examples of using "Lezen" in a sentence and their polish translations:

- Lezen is mijn stokpaardje.
- Mijn hobby is lezen.

Moim hobby jest czytanie.

Kinderen leren lezen?

uczenie dzieci czytać?

Stop met lezen.

Przestać czytać.

Hij kan lezen.

On umie czytać.

Wat lezen jullie?

Co pan czyta?

Kunnen jullie lezen?

Potraficie czytać?

Kan je lezen?

Potrafisz czytać?

- Ik hou van lezen.
- Ik hou erg van lezen.

Lubię czytać.

- Wat ben je aan het lezen?
- Wat bent u aan het lezen?
- Wat zijn jullie aan het lezen?
- Wat lezen jullie?

- Co czytasz?
- Co pan czyta?

- Ik kan zonder bril lezen.
- Ik kan lezen zonder bril.

Mogę czytać bez okularów.

Mijn hobby is lezen.

Moim hobby jest czytanie.

Kan je Arabisch lezen?

Umiesz czytać po arabsku?

Lezen is mijn stokpaardje.

Moim hobby jest czytanie.

Hij kan goed lezen.

On umie dobrze czytać.

Ze lezen een boek.

Oni czytają książkę.

Hij kan nauwelijks lezen.

On ledwo czyta.

Boeken lezen is erg interessant.

Czytanie książek jest bardzo ciekawe.

Niet lezen tijdens het lopen.

Nie czytaj w trakcie chodzenia.

Ik ging door met lezen.

Czytałem dalej.

Hij wil een boek lezen.

On chce książki do czytania.

Weinig studenten kunnen Latijn lezen.

Niewielu studentów umie czytać po łacinie.

Ik zal een boek lezen.

Będę czytał książkę

Meerdere boeken lezen is belangrijk.

Ważne jest czytanie wielu książek.

Je kan dit boek lezen.

Możesz przeczytać tę książkę.

Bovendien kan hij Ivriet lezen.

Na dodatek umie czytać po hebrajsku.

Hij wil dat boek lezen.

On chce przeczytać tę książkę.

Mijn hobby is stripboeken lezen.

Moja pasja to czytanie komiksów.

- Wat ben je aan het lezen?
- Wat lees je?
- Wat bent u aan het lezen?
- Wat lezen jullie?
- Wat leest u?

Co czytasz?

Als je deze zin kunt lezen, dan ben je in staat om te lezen.

Jeśli umiesz przeczytać to zdanie, to znaczy, że umiesz czytać.

Hij probeert een boek te lezen,

Próbuje czytać książkę,

Elke dag lezen we over schietpartijen,

Codziennie słyszymy o strzelaninach,

Ik wil iets om te lezen.

Chciałbym coś do czytania.

Ik kon tussen de regels lezen.

Wyczytałem to pomiędzy wierszami.

De vrouw is aan het lezen.

Ta kobieta czyta.

Wat ben je aan het lezen?

Co pan czyta?

Ik kan zonder moeilijkheden Spaans lezen.

Bez problemu czytam po hiszpańsku.

Heb je boeken om te lezen?

Masz jakąś książkę do czytania?

- Het is belangrijk veel boeken te lezen.
- Het is belangrijk om veel boeken te lezen.

Ważne jest czytanie wielu książek.

- Ik hou van lezen.
- Ik lees graag.

Lubię czytać.

Ze kon lezen toen ze vier was.

Ona umiała czytać, gdy miała cztery lata.

Dit boek is interessant om te lezen.

Tę książkę czyta się ciekawie.

Ik heb geen tijd om te lezen.

Nie mam czasu na czytanie.

Geen enkel boek is het lezen waard.

Żadna książka nie jest warta przeczytania.

Ik wil een boek om te lezen.

Chcę książkę do czytania.

Ik zal het lezen zodra ik kan.

Przeczytam to jak tylko będę mogła.

En gingen ze in ons kantoor luidop lezen

Zasiedliśmy w biurze i czytaliśmy je na głos,

- Ik lees graag.
- Ik hou erg van lezen.

Lubię czytać.

Het is verboden te lezen in deze bibliotheek.

W tej bibliotece nie wolno czytać książek.

Hij was een krant ondersteboven aan het lezen.

Czytał gazetę do góry nogami.

Bij hun gloed zou je een boek kunnen lezen.

Przy ich blasku można czytać.

Ik wil iets te lezen voor in de trein.

Ja chcę coś do czytania w pociągu.

Ik heb minder en minder tijd om te lezen.

Mam coraz mniej czasu na czytanie.

- Wie leest er?
- Wie is er aan het lezen?

Kto czyta?

Jullie beheersen de taal van het lezen van beelden perfect.

Jesteście biegli w języku czytania obrazów.

Als je woede voelt bij het lezen van de krant,

Jeśli wściekasz się, czytając wiadomości,

Hij bracht de avond door met een boek te lezen.

Spędził wieczór, czytając książkę.

Het is leuk om mijn oude dagboek terug te lezen.

Zabawnie jest czytać mój stary pamiętnik.

Kon niet meer dan 15% van de Europeanen lezen of schrijven.

mniej niż 15% Europejczyków umiało czytać lub pisać.

- Ik ben dit boek aan het lezen.
- Ik lees dit boek.

Czytam tę książkę.

- Ik ben een boek aan het lezen.
- Ik lees een boek.

Czytam książkę.

Nu lees ik, lees jij en leest hij; wij lezen allen.

Teraz ja czytam, ty czytasz i on czyta; wszyscy czytamy.

De vraag is of hij de brief zal lezen of niet.

Pytanie, czy przeczyta ten list czy nie.

- Ik ben een tijdschrift aan het lezen.
- Ik lees een tijdschrift.

Czytam czasopismo.

Het is nuttig om thuis... ...zo veel mogelijk wetenschappelijke artikelen te lezen.

Dobrze jest wrócić do domu i przeczytać jak najwięcej prac naukowych.

Hij heeft de gewoonte om de krant tijdens de maaltijden te lezen.

Ma zwyczaj czytania gazety w czasie posiłków.

Ik gebruik een Mac en ik kan een Windows 95-bestand niet lezen.

Używam Maca i nie mogę odczytać pliku z Windows 95

Ik denk niet dat iemand dit boek een tweede keer zou willen lezen.

Myślę, że nikt nie chciałby przeczytać tej książki po raz drugi.

Ze was net begonnen een boek te lezen, toen er iemand op de deur klopte.

Właśnie zaczęła czytać książkę gdy ktoś zapukał do drzwi.