Translation of "Ging" in Polish

Ik ging slapen.

Poszedłem spać.

Ik ging zitten.

Usiadłem.

Ik ging ook.

- Ja również poszłam.
- Ja również poszedłem.
- Ja także poszłam.
- Ja także poszedłem.

Hij ging staan.

On wstał.

Zij ging skiën.

Pojechała na narty.

Dat ging snel!

Poszło szybko!

- Ineens ging het licht uit.
- Plots ging het licht uit.

Nagle zgasło światło.

Ze ging niet ver.

Nie zaszła za daleko.

Hij ging zomaar weg.

Wyszedł bez jakiegokolwiek powodu.

Het licht ging aan.

Światło zapaliło się.

De wekker ging af.

Zadzwonił budzik.

Wat ging er mis?

Co poszło nie tak?

Tom ging naar Australië.

Tom pojechał do Australii.

De keukendeur ging open.

Drzwi do kuchni się otwarły.

Tom ging met pensioen.

Tom poszedł na emeryturę.

De wind ging liggen.

Wiatr się uspokoił.

Ze ging naar huis.

Poszła do domu.

Dat ging per ongeluk!

Nie miałem tego na myśli!

Tom ging niet akkoord.

Tom nie zgodził się.

Waar ging Tom naartoe?

Dokąd szedł Tomek?

Ik ging naar buiten.

Wyjechałam

Ik ging naar huis.

Poszedłem do domu.

Jij ging gisteren voetballen.

Grałeś wczoraj w piłkę nożną.

Het raam ging open.

Okno się otworzyło.

De deur ging automatisch open.

Drzwi otworzyły się automatycznie.

Het licht ging vanzelf uit.

Światło samo zgasło.

Ze ging ergens anders winkelen.

Poszła na zakupy gdzie indziej.

Ik ging naar de dierentuin.

Poszedłem do zoo.

Hij ging naar de tandarts.

Poszedł do dentysty.

Ik ging door met lezen.

Czytałem dalej.

- Hij vertrok.
- Hij ging weg.

Poszedł sobie.

Plotseling ging het brandalarm af.

Nagle rozbrzmiał alarm pożarowy.

Ik ging naar het ziekenhuis.

Poszedłem do szpitala.

Tom ging naast Maria zitten.

Tom usiadł obok Mary.

Hij ging door met zingen.

On nadal śpiewać.

Hij ging ook bij de MLN.

Wstąpił do Ruchu Wyzwolenia Narodowego.

Ze ging niet op hem af...

I zamiast się rzucić…

De regen ging over in sneeuw.

Deszcz zmienił się w śnieg.

Ik ging zwemmen in de rivier.

Poszedłem popływać w rzece.

Als jongen ging ik altijd vissen.

Jako chłopiec jeździłem na ryby.

- Hij stond op.
- Hij ging staan.

Wstał.

Tom ging in de fauteuil zitten.

Tom usiadł w fotelu.

Ik ging per trein naar Boston.

Pojechałem do Bostonu pociągiem.

Als kind ging ik vaak vissen.

Jako chłopiec jeździłem na ryby.

- Ik ging akkoord.
- Ik heb ingestemd.

- Zgodziłem się.
- Przytaknęłam.
- Wyraziłem zgodę.

Hij ging op zijn rug liggen.

Położył się na plecach.

Waarom ging jij niet als eerste?

Czemu nie poszedłeś pierwszy?

Ik ging gisteren naar de bioscoop.

- Poszedłem wczoraj do kina.
- Wczoraj poszłam do kina.

Ik ging gisteren naar de dierentuin.

Poszedłem wczoraj do zoo.

Tom ging naar school in Boston.

Tom uczęszczał do szkoły w Bostonie.

- Heeft Tom jou verteld waar hij heen ging?
- Heeft Tom u verteld waar hij heen ging?

Czy Tom ci powiedział, dokąd idzie?

Helaas ging mijn reis naar Indonesië ging niet door, omdat ik niet genoeg geld kon sparen.

Niefortunnie, moja wycieczka do Indonezji spełzła na niczym, ponieważ nie mogłem zaoszczędzić wystarczającą ilość pieniędzy.

Hij ging met de auto naar Boston.

Pojechał samochodem do Bostonu.

- Ik ging vissen.
- Ik ben gaan vissen.

Poszedłem na ryby.

De telefoon ging een paar keer over.

Telefon dzwonił kilka razy.

Ik ging naar het station van Osaka.

Pojechałem na dworzec w Osace.

Hij ging drie uur later naar huis.

Poszedł do domu trzy godziny później.

Ik ging met vrienden een biertje drinken.

Poszedłem na piwo z przyjaciółmi.

Ze ging weg zonder afscheid te nemen.

Odeszła bez pożegnania.

Gisteren ging ik in de rivier zwemmen.

Wczoraj poszedłem się kąpać w rzece.

- Ik dacht dat je jouw nieuwe kostuum ging dragen.
- Ik dacht dat je jouw nieuwe pak ging dragen.

Myślałam że założysz swój nowy garnitur.

De sprong ging goed, het was diep genoeg.

Skok się udał, woda była dość głęboka.

Maar de verpleegster ging verder met haar controlepunten.

Jednak pielęgniarka kontynuowała procedury z listy.

Ze ging naar Italië om literatuur te studeren.

Wyjechała do Włoch, żeby studiować literaturę.

De motor van de auto ging onderweg stuk.

Po drodze w samochodzie zepsuł się silnik.

Hij deed het licht uit en ging slapen.

Wyłączył światło i położył się do łóżka.

Toen de telefoon ging, sprong hij uit bed.

Kiedy zadzwonił telefon, wyskoczył z łóżka.

Ik ging naar de bioscoop met mijn broer.

Byliśmy z bratem w kinie.

Ze ging naar Duitsland om medicijnen te studeren.

Pojechała do Niemiec studiować medycynę.

Ik ging een pintje drinken met wat vrienden.

Poszedłem na piwo z przyjaciółmi.

Ik ging naar de dierentuin met mijn zuster.

Poszedłem do zoo z siostrą.

- Hij ging naar het postkantoor om de brief te verzenden.
- Hij ging naar het postkantoor om de brief te versturen.

Poszedł na pocztę, by nadać list.

Het ging gemakkelijker dan, zeg, wapens verkopen aan Irak,

łatwiejszy niż sprzedaż broni do Iraku,

Dus ging ik naar mijn zeer traditionele Koreaanse ouders,

Więc poszłam do moich bardzo tradycyjnych koreańskich rodziców,

Tot ik 20 jaar geleden naar de Kalahari ging.

Aż 20 lat temu pojechałem do centralnej części Kalahari.

- Hij ging uit de kamer.
- Hij verliet de kamer.

Wyszedł z pokoju.

Hij ging om tien uur naar bed zoals gewoonlijk.

Poszedł do łóżka jak zwykle o dziesiątej.

- Ze ging naar boven.
- Ze is naar boven gegaan.

Poszła na górę.

Hij ging niet naar school omdat hij ziek was.

Nie poszedł do szkoły, ponieważ był chory.

De leraar stond toe dat hij naar huis ging.

Nauczyciel pozwolił mu iść do domu.

Hij voelde het gevaar en ging op de vlucht.

Wyczuł niebezpieczeństwo i uciekł.

Tom zei dat hij weet waar Mary naartoe ging.

Tom powiedział, że wie, gdzie idzie Mary.

Ik ging vaak naar de film met mijn vader.

Często chodziłem z ojcem do kina.

Tom ging naar het park om Mary te ontmoeten.

Tom poszedł do parku żeby spotkać Mary.

Nadat ik tv gekeken had, ging ik naar bed.

Po obejrzeniu telewizji poszedłem spać.

- Het bedrijf ging failliet.
- Het bedrijf is failliet gegaan.

Przedsiębiorstwo zbankrutowało.