Translation of "Groter" in German

0.070 sec.

Examples of using "Groter" in a sentence and their german translations:

Hij werd groter en groter.

- Er wird größer und größer.
- Es wird nach und nach größer.

Groter en moediger.

Größer und wagemutiger.

Ik ben groter.

Ich bin größer.

Hoe groter het gevaar, des te groter de eer.

- Je größer die Gefahr, desto größer die Ehre.
- Viel Feind, viel Ehr'.

- Zij is groter dan jij.
- Zij is groter dan u.

- Sie ist größer als du.
- Sie ist größer als ihr.
- Sie ist größer als Sie.

En de evenaar wordt groter en groter totdat het een omslagpunt bereikt.

desto größer wird der Äquator, bis er seinen Kipp-Punkt erreicht.

- Hij is veel groter dan gij.
- Hij is veel groter dan jij.

Er ist viel größer als du.

- Ik ben iets groter dan gij.
- Ik ben iets groter dan jij.

Ich bin ein bisschen größer als du.

- Zij is veel groter dan ik.
- Ze is veel groter dan ik.

Sie ist viel größer als ich.

Hij is groter dan ik.

Er ist größer als ich.

Zijn broer is nog groter.

Sein Bruder ist noch größer.

Tokyo is groter dan Yokohama.

Tokyo ist größer als Yokohama.

China is groter dan Japan.

China ist größer als Japan.

Bilal is groter dan Karam.

Bilal ist größer als Karam.

Tom is groter dan ik.

- Tom ist größer als ich.
- Tom ist größer, als ich es bin.

Hommels zijn groter dan bijen.

Hummeln sind größer als Bienen.

Ik ben groter dan jij.

- Ich bin größer als du.
- Ich bin größer als ihr.
- Ich bin größer als Sie.

Mijn God is nog groter!

Mein Gott ist größer!

Peking is groter dan Rome.

Peking ist größer als Rom.

Jij bent groter dan ik.

Du bist größer als ich.

Rusland is groter dan Italië.

Russland ist größer als Italien.

Ik ben groter dan hij.

Ich bin größer als er.

Canada is groter dan Japan.

Kanada ist größer als Japan.

Keisuke is groter dan ik.

Keisuke ist größer als ich.

Jij bent groter dan zij.

Du bist größer als sie.

Tokio is groter dan Rome.

Tokyo ist größer als Rom.

Perziken zijn groter dan abrikozen.

Pfirsiche sind größer als Aprikosen.

- Ik ben veel groter dan jij bent.
- Ik ben veel groter dan jij.

Ich bin einiges grösser als du.

- Zijn ogen zijn groter dan zijn maag.
- Je ogen zijn groter dan je maag.

Die Augen sind größer als der Magen.

- Hij is een hoofd groter dan ik.
- Hij is een kop groter dan ik.

Er ist einen Kopf größer als ich.

- De ogen zijn groter dan de mond.
- Je ogen zijn groter dan je maag.

- Die Augen sind größer als der Mund.
- Die Augen sind größer als der Magen.

- Amerikaanse keukens zijn groter dan Japanse.
- Amerikaanse keukens zijn veel groter dan Japanse keukens.

Amerikanische Küchen sind größer als japanische.

Tom is groter dan zijn moeder.

Tom ist größer als seine Mutter.

Zij is veel groter dan ik.

- Sie ist bei weitem größer als ich.
- Sie ist viel größer als ich.

Hij is groter dan zijn vader.

Er ist größer als sein Vater.

China is veel groter dan Japan.

China ist viel größer als Japan.

Deze schoen is een maat groter.

Dieser Schuh ist eine Nummer größer.

Ik ben iets groter dan jij.

Ich bin ein bisschen größer als du.

Wie is groter, Ken of Taro?

Wer ist größer, Ken oder Taro?

Azië is veel groter dan Australië.

Asien ist viel größer als Australien.

Ik had graag groter willen zijn.

- Ich wünschte, ich wäre größer.
- Schön wär’s, wenn ich größer wäre.

Ze zijn veel groter dan wij.

Die sind viel größer als wir.

Ik ben iets groter dan gij.

Ich bin ein bisschen größer als du.