Translation of "Fluisteren" in German

Waarom fluisteren jullie?

Warum flüstert ihr?

Ik heb jullie horen fluisteren.

- Ich habe euch flüstern hören.
- Ich habe Sie flüstern hören.

- Ik hoorde mijn ouders gisteravond fluisteren.
- Ik hoorde mijn ouders 's nachts fluisteren.

Ich habe meine Eltern gestern Nacht flüstern gehört.

Ik hoorde mijn ouders gisteravond fluisteren.

Ich habe meine Eltern gestern Nacht flüstern gehört.

- Waarom fluister je?
- Waarom fluistert u?
- Waarom fluisteren jullie?

- Warum flüsterst du?
- Warum flüstert ihr?

Tom en Maria stonden vlak buiten de deur tegen elkaar te fluisteren.

Tom und Maria standen knapp hinter der Tür und flüsterten miteinander.

Hij nam mij aan de kant om iets in mijn oor te fluisteren.

Er nahm mich beiseite um mir etwas ins Ohr zu flüstern.