Translation of "Tegen" in German

- Tom liegt tegen je.
- Tom liegt tegen u.
- Tom liegt tegen jullie.

Tom belügt dich.

- Je loog tegen me.
- U loog tegen me.
- Jullie logen tegen me.

- Du hast mich angelogen.
- Sie haben mich angelogen.

- Praat niet tegen mij.
- Praat niet tegen mij!

- Sprich nicht mit mir.
- Sprecht nicht mit mir!

...tegen die bendes...

vor allem gegen die Banden.

Hou ze tegen.

- Stopp sie.
- Stoppen Sie sie.

Niemand stemde tegen.

Niemand stimmte dagegen.

Ik praat niet tegen jou, maar tegen de aap.

- Ich rede nicht mit dir, sondern mit dem Affen.
- Ich rede nicht mit dir, ich rede mit dem Affen.

- Spreekt ge tegen mij?
- Heb je het tegen mij?

Sprichst du zu mir?

- Waarom loog je tegen mij?
- Waarom loog u tegen mij?
- Waarom logen jullie tegen mij?

Warum hast du mich angelogen?

- Je liegt altijd tegen me.
- U liegt altijd tegen me.
- Jullie liegen altijd tegen me.

- Du lügst mich immer an.
- Ihr lügt mich immer an.
- Sie lügen mich immer an.

- Praat je tegen je hond?
- Praat u tegen uw hond?
- Praten jullie tegen jullie hond?

- Sprichst du mit deinem Hund?
- Sprechen Sie mit Ihrem Hund?
- Sprechen Sie zu Ihrem Hund?
- Sprichst Du zu deinem Hund?

- Zeg "Dag" tegen uw vrienden.
- Zeg hallo tegen je vrienden.

- Sag Hallo zu deinen Freunden.
- Grüß deine Freunde.
- Grüß deine Freunde von mir.

tegen Willem de Veroveraar.

gegen Wilhelm den Eroberer.

Lieg niet tegen mij.

Lüg mich nicht an.

Hij was tegen monopolies.

Er war gegen Monopole.

We zijn tegen oorlog.

- Wir sind gegen den Krieg.
- Wir sind gegen Krieg.

Hij loog tegen ons.

- Er hat uns belogen.
- Er belog uns.
- Er hat uns angelogen.
- Er log uns an.

Ik ben tegen oorlog.

Ich bin gegen den Krieg.

Schreeuw niet tegen me.

Schrei mich nicht an!

Spreekt ge tegen mij?

- Sprichst du zu mir?
- Redest du mit mir?

Praat niet tegen mij.

Sprich nicht mit mir.

Kunnen regenwormen tegen kietelen?

Sind Regenwürmer kitzlig?

Je loog tegen me!

Du hast mich belogen!

Katholieken zijn tegen geboortecontrole.

Katholiken sind gegen Geburtenkontrolle.

Ze liegen tegen ons.

Sie belügen uns.

Niemand houdt je tegen.

- Niemand hält Sie auf.
- Dich hält doch keiner auf.
- Niemand hält dich auf.

Oostenrijk speelde tegen Australië.

Österreich spielte gegen Australien.

Hij vocht tegen rassendiscriminatie.

Er kämpfte gegen die Rassendiskriminierung.

Ik loog tegen je.

Ich habe dich angelogen.

Tegen wil en dank.

Willens nillens.

Alles liep hem tegen.

ِAlles is für ihn schlecht gelaufen.

Iedereen is tegen mij.

Alle sind gegen mich.

Ik praat tegen mezelf.

Ich führe Selbstgespräche.

Je loog tegen me.

Du hast mich angelogen.

Hou hem niet tegen.

- Halte ihn nicht auf.
- Halten Sie ihn nicht auf.

Zeg nee tegen drugs.

Sage Nein zu Drogen.

Hij loog tegen me.

Er hat mich angelogen.

Tom is tegen roken.

Tom ist gegen das Rauchen.

Tom loog tegen Mary.

- Tom log Maria an.
- Tom hat Maria angelogen.

Ik kwam niemand tegen.

Ich traf niemanden.

Hou die auto tegen!

Halt das Auto an.

Tom loog tegen je.

Tom hat dich angelogen.

Zeg het tegen niemand.

- Behalte das bloß für dich.
- Sag es niemand.

- Tegen dan was het donker.
- Tegen die tijd was het donker.

Bis dahin war es dunkel.

- Maria is tegen mij aan het liegen.
- Maria liegt tegen me.

Mary lügt mich an.

- De auto crashte tegen de muur.
- De auto reed tegen de muur.
- De auto botste tegen de muur.

Das Auto fuhr gegen die Mauer.

- Ik spreek hem niet graag tegen.
- Ik spreek u niet graag tegen.
- Ik spreek haar niet graag tegen.

Ich widerspreche Ihnen ungern.

- De auto crashte tegen de muur.
- De auto reed tegen de muur.

Das Auto fuhr gegen die Mauer.

- De auto reed tegen de muur.
- De auto botste tegen de muur.

Das Auto fuhr gegen die Mauer.

- Hij kan niet tegen zijn verlies.
- Zij kan niet tegen haar verlies.

- Er ist ein schlechter Verlierer.
- Sie ist ein schlechter Verlierer.

Heeft ze beveiliging tegen diefstal,

ist sie vor Diebstahl geschützt.

Gevonden. Maar tegen een prijs.

Er hat sie gefunden. Doch das hat seinen Preis.

Hij zei tegen zijn troepen:

Er sagte zu seinen Truppen:

Ik protesteer tegen mijn veroordeling.

Ich protestiere gegen meine Verurteilung.

Zeg "Dag" tegen uw vrienden.

Grüß deine Freunde von mir.

Lincoln was tegen de slavernij.

Lincoln war gegen die Sklaverei.

Ik ben er helemaal tegen.

- Ich bin absolut dagegen.
- Ich bin ganz dagegen.

Het is tegen de regels.

- Es ist regelwidrig.
- Es ist gegen die Regeln.

Hij is aardig tegen haar.

Er ist nett zu ihr.

Ik kan er niet tegen.

- Ich halte das nicht aus.
- Es wird mir zu bunt.

Tegen wie heb je het?

Mit wem sprichst du?

Ze hebben tegen je gelogen.

- Man hat dich belogen.
- Man hat Sie belogen.

Hij was tegen het plan.

Er lehnte den Plan ab.

Hij leunde tegen een muur.

Er lehnte sich gegen die Wand.