Translation of "Bejaarde" in German

"Een kat?" vroeg de bejaarde man.

„Eine Katze?“ fragte der alte Mann.

De bejaarde stierf van de honger.

- Der alte Mann starb vor Hunger.
- Der Greis verhungerte.

Ze gaf haar zitplaats aan een bejaarde.

Sie überließ einer alten Person ihren Sitz.

Een bejaarde vrouw stak de straat over.

Eine alte Dame ging über die Straße.

De bejaarde tante van mijn man werd levend verbrand

Die alte Tante meines Mannes wurde lebendig verbrannt,

- Het oude echtpaar had geen kinderen.
- Het bejaarde echtpaar had geen kinderen.

Das alte Ehepaar hatte keine Kinder.

- "Een kat?" vroeg de bejaarde man.
- "Een kat?" vroeg de oude man.

„Eine Katze?“ fragte der alte Mann.

- Het oude koppel had geen kinderen.
- Het oude echtpaar had geen kinderen.
- Het bejaarde echtpaar had geen kinderen.

Das alte Ehepaar hatte keine Kinder.