Translation of "Straat" in German

In welke straat?

In welcher Straße?

- Ze ging de straat over.
- Ze is de straat overgestoken.

Sie überquerte die Straße.

- Je stak de straat over.
- Jullie staken de straat over.

- Ihr überquertet die Straße.
- Sie überquerten die Straße.
- Sie haben die Straße überquert.
- Ihr habt die Straße überquert.
- Du hast die Straße überquert.
- Du überquertest die Straße.
- Du gingst über die Straße.
- Du bist über die Straße gegangen.

De straat is geasfalteerd.

Die Straße ist asphaltiert.

Steek de straat over.

- Überquere die Straße!
- Geh über die Straße.

Hoe heet deze straat?

Wie heißt diese Straße?

De derde straat rechts.

Die dritte Straße nach rechts.

De straat is leeg.

Die Straße ist leer.

De straat was donker.

Die Straße war dunkel.

Deze straat is levendig.

Dies ist eine lebhafte Straße.

Neem de straat links.

- Nehmen Sie die Straße links.
- Nehmt die Straße links.

- Er was niemand op straat.
- Er was geen levende ziel op straat.

Auf der Straße war keine einzige Person.

Tom stak de straat over.

- Tom ging über die Straße.
- Tom überquerte die Straße.

Hij woont in deze straat.

Er wohnt in dieser Straße.

Dat is een doodlopende straat.

Das ist eine Sackgasse.

Hij stak de straat over.

Er überquerte die Straße.

Ik vond het op straat.

Ich fand es auf der Straße.

Laten we de straat oversteken.

Gehen wir über die Straße!

Dit is een doodlopende straat.

Das ist eine Sackgasse.

Ze ging de straat over.

Sie ging über die Straße.

Ga op deze straat rechtdoor.

- Gehen Sie diese Straße geradeaus weiter.
- Folgen Sie dieser Straße geradeaus.
- Fahr diese Straße geradeaus weiter.
- Geht diese Straße geradeaus.

Jullie staken de straat over.

- Ihr überquertet die Straße.
- Sie überquerten die Straße.
- Sie haben die Straße überquert.
- Ihr habt die Straße überquert.
- Du hast die Straße überquert.
- Du überquertest die Straße.
- Du gingst über die Straße.
- Du bist über die Straße gegangen.

Toen was de straat leeg.

Dann war die Straße leer.

Tom is op straat neergeschoten.

Tom wurde auf offener Straße niedergeschossen.

- Ik zag hem de straat oversteken.
- Ik heb hem de straat zien oversteken.

- Ich habe gesehen, wie er über die Straße gegangen ist.
- Ich habe ihn gesehen, wie er über die Straße ging.

Een jongen steekt de straat over.

Ein Junge geht über die Straße.

Ze hebben hem op straat gezet.

Sie haben ihn auf die Straße gesetzt.

Er staan parkeermeters in deze straat.

In dieser Straße stehen Parkuhren.

We konden niemand zien op straat.

Wir konnten niemanden auf der Straße sehen.

Men zag mij de straat oversteken.

Man sah, wie ich die Straße überquerte.

De straat lag bezaaid met reclame.

Die Straße war voller Reklame.

Een kat rende de straat over.

Eine Katze überquerte die Straße.

Ik ben haar op straat tegengekomen.

Ich bin ihr auf der Straße begegnet.

Woont Tom ook in deze straat?

Wohnt Tom auch in dieser Straße?

Tom steekt nu de straat over.

- Tom geht gerade über die Straße.
- Tom überquert gerade die Straße.

Tom is gistermiddag op straat gevallen.

Tom ist gestern Nachmittag auf der Straße gestürzt.

De straat gaat omhoog naar het dorp.

Die Straße führt zum Dorf hinauf.

Ik ben haar toevallig tegengekomen op straat.

Ich traf sie zufällig auf der Straße.

Hij kwam op straat een vriend tegen.

Er begegnete auf der Straße einem Freund.

Bedelen op straat is bij wet verboden.

Auf der Straße zu betteln ist gesetzlich verboten.

Een bejaarde vrouw stak de straat over.

Eine alte Dame ging über die Straße.

Er is niemand te zien op straat.

Auf der Straße ist niemand zu sehen.

Er staan geen vuilnisbakken in deze straat.

Es gibt in dieser Straße keine Mülleimer.

Er stond een vrachtwagen midden op straat.

Ein Lastwagen stand mitten auf der Straße.

Ik heb hem de straat zien oversteken.

Ich sah ihn die Straße überqueren.

Er zijn enkele verzakkingen in de straat.

Es gibt in der Straße einige eingesunkene Stellen.

Ik heb hem net op straat gezien.

Ich habe ihn soeben auf der Straße gesehen.

In deze straat is er weinig verkeer.

Auf dieser Straße gibt es wenig Autoverkehr.

Wat een lawaai toch op die straat!

- Wie laut diese Straße ist!
- Diese Straße ist vielleicht laut!

De straat is een ijsbaan, wees voorzichtig.

Die Straße ist eine Eisbahn, sei vorsichtig.

We ontmoetten onze buurman in de straat.

Wir sind auf der Straße unserem Nachbarn begegnet.

- Ge moogt de auto niet parkeren in deze straat.
- Je mag de auto niet in deze straat parkeren.

- Du darfst das Auto nicht in dieser Straße parken.
- Sie dürfen den Wagen nicht in dieser Straße parken.

In de straat waren de meeste winkels gesloten.

Die meisten Geschäfte in der Straße waren geschlossen.

Ga rechtdoor, tot het einde van de straat.

Gehen Sie geradeaus bis ans Ende der Straße.

Het is aan de overkant van de straat.

Es ist auf der anderen Straßenseite.

Tom was betrokken bij een vechtpartij op straat.

Tom war an einem Straßenkampf beteiligt.

De straat volgt de loop van de rivier.

Die Straße verläuft entlang des Flusses.

Gisteren heb ik Mary op de straat ontmoet.

Gestern habe ich Mary auf der Straße getroffen.

Op straat is er niets aan de hand.

Auf der Straße ist nichts los.