Translation of "Stierf" in German

0.018 sec.

Examples of using "Stierf" in a sentence and their german translations:

Stephen stierf.

Stephen starb.

Ik stierf.

Ich starb.

Sami stierf.

Sami ist gestorben.

Hij stierf onlangs.

Er starb kürzlich.

Hij stierf plotseling.

Plötzlich starb er.

Zijn vader stierf.

Ihr Vater ist gestorben.

De melkboer stierf.

Der Milchmann ist gestorben.

Michael Jackson stierf.

Michael Jackson ist gestorben.

Tom stierf jong.

Tom starb jung.

Hij stierf snel.

Er starb einen schnellen Tod.

Tom stierf maandagmorgen.

- Tom starb am Montagmorgen.
- Tom ist am Montagmorgen gestorben.

De schildpad stierf.

Die Schildkröte starb.

Ze stierf aan kanker.

Sie starb an Krebs.

Hij stierf door zuurstofgebrek.

- Er starb aus Mangel an Sauerstoff.
- Er starb an Sauerstoffmangel.

Tom stierf in 2009.

Tom starb 2009.

Ze stierf aan maagkanker.

Sie starb an Magenkrebs.

Lincoln stierf in 1865.

Lincoln starb 1865.

Tom stierf aan leverkanker.

Tom starb an Leberkrebs.

Tom stierf in Australië.

Tom starb in Australien.

Alexander stierf in Babylon.

Alexander starb in Babylon.

Tom stierf niet vergeefs.

Tom ist nicht umsonst gestorben.

Mozart stierf in 1791.

Mozart starb im Jahre 1791.

Hij stierf in 2013.

Er ist 2013 gestorben.

Ik stierf bijna ter plekke.

Ich wäre fast gestorben.

Hij stierf 3 dagen daarna.

Er starb drei Tage danach.

De man stierf aan kanker.

Der Mann starb an Krebs.

Mijn vader stierf aan longkanker.

Mein Vater starb an Lungenkrebs.

Hij stierf een natuurlijke dood.

Er starb eines natürlichen Todes.

Hij stierf vijf jaar geleden.

- Er starb vor fünf Jahren.
- Er ist vor fünf Jahren gestorben.

- Zij is overleden.
- Ze stierf.

Sie ist gestorben.

- Niemand stierf.
- Niemand is gestorven.

Niemand ist gestorben.

Mijn grootvader stierf in Korea.

Mein Großvater starb in Korea.

Hij stierf op hoge leeftijd.

Er starb in hohem Alter.

Hij stierf een snelle dood.

Er starb einen schnellen Tod.

Ze stierf aan 54 jaar.

Sie starb mit 54 Jahren.

Tom stierf aan een longontsteking.

Tom starb an einer Lungenentzündung.

Tom stierf in de gevangenis.

Tom starb im Gefängnis.

- Maria stierf.
- Maria is gestorven.

Mary ist gestorben.

Ze stierf zonder een erfgenaam.

Sie starb ohne Erben.

Tom stierf van de dorst.

Tom war kurz vorm Verdursten.

Hij stierf enkele uren later.

Er starb ein paar Stunden später.

Tom stierf in de explosie.

- Tom starb in der Explosion.
- Tom kam bei der Explosion ums Leben.

Hij stierf in de strijd.

Er starb im Kampf.

Zij stierf in zijn armen.

Sie starb in seinen Armen.

Hij dronk gif en stierf.

Er trank Gift und starb.

Maria stierf voor haar land.

Maria ist für ihr Land gestorben.

Tom stierf voor zijn land.

- Tom ist für sein Land gestorben.
- Tom starb für sein Land.

Tom stierf enkele uren later.

Tom starb ein paar Stunden später.

Tom stierf van de honger.

Tom starb Hungers.

Hamilton stierf de volgende dag.

- Hamilton ist am nächsten Tag gestorben.
- Hamilton starb am nächsten Tag.

- Sami stierf.
- Sami is gestorven.

Sami ist gestorben.

Hij stierf voor zijn land.

Er starb für sein Land .

Zij stierf voor haar land.

Sie starb für ihr Land.

- Mijn vader stierf voordat ik geboren was.
- Mijn vader stierf voor mijn geboorte.

Mein Vater ist vor meiner Geburt gestorben.

Mijn vader stierf op een vrijdag.

Mein Vater starb an einem Freitag.

Landgoed, waar hij stierf in 1826.

Landgut zurückgezogen, wo er 1826 starb.

De oude man stierf aan kanker.

Der alte Mann starb an Krebs.

Ze stierf op 54-jarige leeftijd.

Sie starb im Alter von 54 Jahren.

De junkie stierf van een overdosis.

Der Drogenabhängige starb durch eine Überdosis.