Translation of "Oude" in German

0.010 sec.

Examples of using "Oude" in a sentence and their german translations:

De oude leraar heeft een oude fiets.

Der alte Lehrer hat ein altes Fahrrad.

...of oude schuren.

und den anliegenden Schuppen.

Hallo, oude vriend!

- Hallo, alter Freund!
- Na, altes Haus!

Nou, oude makker!

Na, altes Haus!

- Dat zijn heel oude boeken.
- Dit zijn zeer oude boeken.

Dies sind sehr alte Bücher.

- Dat is een oude wet.
- Het is een oude wet.

Das ist ein altes Gesetz.

- De oude man leeft alleen.
- De oude man woont alleen.

Der alte Mann lebt alleine.

We zijn oude vrienden.

Wir sind alte Freunde.

Tom verzamelde oude munten.

Tom sammelte alte Münzen.

De oude man zit.

Der alte Mann sitzt.

Ken verzamelt oude munten.

Ken sammelt alte Münzen.

Als oude man... ...heb ik prostaatproblemen, net als alle oude mannen.

Als alter Mann mit Prostata-Beschwerden

- De oude man lijkt bedroefd.
- De oude ziet er triestig uit.

Der Alte sieht traurig aus.

- Deze oude auto gaat constant kapot.
- Deze oude auto gaat steeds kapot.

Dieses alte Auto hat ständig Pannen.

- De oude man zat gans alleen.
- De oude man zat helemaal alleen.

Der alte Mann saß ganz allein.

Dit oude brood is keihard.

Dieses alte Brot ist steinhart.

Rome is een oude stad.

Rom ist eine alte Stadt.

Dat is een oude truc.

Das ist ein alter Trick.

De oude man leeft alleen.

- Der alte Mann lebt alleine.
- Der alte Mann lebt allein.

De oude man overdrijft graag.

Der Alte übertreibt gerne.

Ik ben een oude man.

Ich bin ein alter Mann.

Ik heb een oude auto.

Ich habe ein altes Auto.

De oude vrouw is dokter.

- Die alte Frau ist eine Ärztin.
- Die alte Frau ist Ärztin.

Ze is weer de oude.

Sie ist wieder die Alte.

Scheikunde is een oude wetenschap.

Die Chemie ist eine alte Wissenschaft.

Het is een oude piano.

Es ist ein altes Klavier.

Mijn oude jurk is blauw.

Mein altes Kleid ist blau.

Deze oude man is grijs.

Dieser alte Mann ist grau.

Hij koopt een oude hoed.

Er kauft einen alten Hut.

Lach niet met oude mensen.

Mach dich nicht über alte Leute lustig.

Tom droeg een oude labjas.

Tom trug einen alten Laborkittel.

Ik leer graag oude talen.

- Ich lerne gern alte Sprachen.
- Ich lerne gerne alte Sprachen.

Zijn oude kat leeft nog.

Seine alte Katze ist noch am Leben.

Oude mensen worden vroeg wakker.

Alte Menschen werden früh wach.

Het is een oude wet.

Das ist ein altes Gesetz.

Jay nam de oude schaar.

Jay nahm die alte Schere.

Dit zijn zeer oude boeken.

Dies sind sehr alte Bücher.

De oude man ging zitten.

Der alte Mann setzte sich.

De oude man lijkt bedroefd.

Der Alte sieht traurig aus.

De oude man was uitgehongerd.

Der Greis verhungerte.

Ze verkoopt een oude hoed.

Sie verkauft einen altmodischen Hut.

- De oude is vorige week overleden.
- De oude man is vorige week overleden.

- Der Alte ist letzte Woche verschieden.
- Der ältere Herr ist letzte Woche verstorben.
- Der ältere Herr ist vorige Woche gestorben.

- Ik keek naar oude foto's.
- Ik was naar oude foto's aan het kijken.

Ich sah mir alte Bilder an.

- Het oude uurwerk is nog in gebruik.
- De oude klok wordt nog altijd gebruikt.
- Het oude horloge is nog steeds in gebruik.

Die alte Uhr ist noch immer in Verwendung.

- Het oude uurwerk is nog in gebruik.
- De oude klok wordt nog altijd gebruikt.

- Die alte Uhr ist noch immer in Verwendung.
- Die alte Uhr wird immer noch benutzt.

- Ze hielp een oude man oversteken.
- Ze hielp de oude man met het oversteken.

- Sie half dem alten Mann über die Straße.
- Sie half einem alten Mann dabei, die Straße zu überqueren.

- In deze kist bevinden zich oude kleren.
- Er zijn oude kleren in deze kist.

In dieser Truhe sind alte Kleider.

Het is een grote, oude slang.

Eine große Schlange. Schau.

Het lijkt wel een oude mijnketting.

Eine Kette der ehemaligen Minenarbeiter.

Telefoons met toiletten voor oude mannen.

Genau, Handys mit Toiletten für alte Männer.

Waarom wil je zo'n oude auto?

Wofür möchten Sie so ein altes Auto?

De oude vrouw werd bijna overreden.

Die alte Frau wurde beinahe überfahren.

De oude man stierf aan kanker.

Der alte Mann starb an Krebs.

Mijn vader repareerde mijn oude horloge.

Mein Vater hat meine alte Uhr repariert.

Ik heb een erg oude postzegel.

Ich habe eine sehr alte Briefmarke.

Ik heb een oude lamp gekocht.

Ich habe eine alte Lampe gekauft.

De oude man zat helemaal alleen.

Der alte Mann saß ganz allein.

Ik kwam een oude vrouw tegen.

- Ich traf eine alte Frau.
- Ich habe eine ältere Frau getroffen.

"Een kat?" vroeg de oude man.

„Eine Katze?“ fragte der alte Mann.

De oude wetenschap moet worden bewaard.

Die alte Wissenschaft muss bewahrt werden.

De oude tijdschriften zijn allemaal verkocht.

Die alten Zeitschriften sind alle verkauft.

Hij liet de oude machine repareren.

Er hat die alte Maschine reparieren lassen.