Examples of using "Zwaaien" in a sentence and their french translations:
Ik ben naar de luchthaven geweest om een vriend uit te zwaaien.
Je suis allé à l'aéroport accompagner un ami qui partait.
- Er gaat wat zwaaien! - Jullie zitten in de nesten! - Je zit in de nesten! - Jij zit in de nesten! - Wij zitten in de nesten! - We zitten in de nesten! - Ze zitten in de nesten! - Zij zitten in de nesten! - Hij zit in de nesten! - Zij zit in de nesten! - Ze zit in de nesten! - Ik zit in de nesten!