Translation of "Toilet" in French

0.007 sec.

Examples of using "Toilet" in a sentence and their french translations:

Waar is het toilet?

Où sont les toilettes ?

Ik moet naar het toilet.

Je dois aller aux toilettes.

Kunnen jullie een toilet repareren?

Sais-tu réparer des toilettes ?

Waar is het dichtstbijzijnde toilet?

Où sont les toilettes les plus proches ?

Was je handen na het toilet.

- Lave-toi les mains après être allé aux toilettes.
- Lave-toi les mains après être allée aux toilettes.

We hebben net het toilet schoongemaakt.

Nous venons de nettoyer les WC.

Spoel nooit medicijnen door het toilet.

Ne jetez jamais de médicaments dans les toilettes.

Spoel nooit drugs door het toilet.

Ne jetez jamais de médicaments dans les toilettes.

- Waar is het toilet?
- Waar is de wc?

- Où sont les toilettes ?
- Où se trouvent les toilettes ?

- Ik moet naar het toilet.
- Ik moet plassen.

Je dois faire pipi.

- Ik moet naar de wc.
- Ik moet naar het toilet.

Je dois aller aux toilettes.

Het spijt me, maar ik moet heel dringend naar het toilet.

- Désolé, mais je dois me rendre d'urgence aux toilettes.
- Désolée, mais je dois me rendre d'urgence aux toilettes.

- Ik moet naar de wc.
- Ik moet even naar het toilet.

Je dois aller aux toilettes.

- Waar is het toilet?
- Waar is de wc?
- Waar is de badkamer?

- Où sont les toilettes ?
- Où est la salle de bain  ?
- Où est la salle de bain ?

- Waar is het toilet?
- Waar is de plee?
- Waar is de wc?

Où sont les chiottes ?

In plaats met van degenen die seks willen hebben in het toilet van een 747.

qui ne veulent pas s'envoyer en l'air avec moi dans un placard dans un 747.