Examples of using "التحدث" in a sentence and their dutch translations:
Met wie wil je praten?
- Engels spreken is niet makkelijk.
- Engels spreken valt niet mee.
Tom weigerde erover te praten.
Praat ik nu over biologie, of heb ik het over geologie?
in plaats van in je moedertaal over Frans te praten.
je kon gemakkelijk en leuk met hem praten,
Het spijt me, maar ik wil er niet over praten.
Omdat het moeilijk valt om over het n-woord te praten.
Ook hier spreek ik uit eigen ervaring.
als je met iemand wou praten
waarom is spreken over het n-woord moeilijk?
moeten we met zoveel mogelijk mensen praten,
Ze heeft het momenteel druk en kan niet met u praten.
- Spreek je Engels?
- Spreekt u Engels?
Engels spreken is leuk.
dus konden we altijd nog daarover praten.