Translation of "Tokyo'ya" in Dutch

Tokyo'ya taşındı.

- Hij verhuisde naar Tokyo.
- Hij is naar Tokyo verhuisd.

Yarın Tokyo'ya gidiyorum.

Ik ga naar Tokio morgen.

Dün Tokyo'ya vardım.

Ik ben gisteren in Tokio aangekomen.

Yarın Tokyo'ya gideceğim.

Ik ga morgen naar Tokio.

Londra, Tokyo'ya kıyasla küçüktür.

Londen is klein vergeleken met Tokio.

O, dün Tokyo'ya gitti.

Hij is gister naar Tokio gegaan.

Gelecek hafta Tokyo'ya gitmeliyim.

Ik moet volgende week naar Tokio.

Ben Tokyo'ya gitmek istiyorum.

Ik wil naar Tokio gaan.

Büyük hayallerle Tokyo'ya geldi.

Hij kwam naar Tokyo met een grote droom.

Önümüzdeki ayın başında Tokyo'ya gidecek.

Ze zal aankomen in Tokio begin volgende maand.

Gelecek hafta Tokyo'ya gitmem gerekiyor.

Ik moet volgende week naar Tokio.

Araçla her gün Tokyo'ya giderim.

Ik rijd iedere dag naar Tokio.

Uçak Tokyo'ya saat kaçta varacak?

Wanneer komt het vliegtuig in Tokio aan?

O saat onda Tokyo'ya hareket eder.

Om tien uur vertrekt hij naar Tokyo.

O, yılda bir kez Tokyo'ya gelir.

Hij komt eens per jaar naar Tokio.

O ne zaman Tokyo'ya gelse bizimle kalır.

Telkens als hij in Tokio komt, brengt hij de nacht bij ons door.