Examples of using "Mağazaya" in a sentence and their dutch translations:
- Hij ging naar de winkel.
- Zij ging naar de winkel.
Ik wil naar de winkel gaan.
Ik zag hem de winkel binnengaan.
Ga je met mijn naar de winkel?
Hij ging boodschappen doen in een warenhuis.
Wil je een lift naar de winkel?
Ik ga graag in die winkel inkopen.
Hij ging naar de winkel om wat sinaasappels te kopen.
Gisteren ben ik naar het warenhuis geweest om inkopen te doen.
Laat ons naar een winkel met lagere prijzen gaan.