Examples of using "Benimle" in a sentence and their dutch translations:
Trouw met me.
Kom met mij mee.
Je komt met me mee.
- Praat niet tegen mij.
- Praat niet tegen mij!
Blijf bij mij.
- Je gaat met mij mee.
- Je komt met mij mee.
- Praat met me!
- Spreek met me!
Praat met mij!
- Kom mee!
- Kom op!
- Kom!
- Vooruit!
Je kan bij mij zitten.
- Je kan niet bij mij zitten.
- Je mag niet bij mij zitten.
Rotzooi niet met me.
Kom maar met mij mee.
- Praat niet tegen mij.
- Praat niet tegen mij!
- Je neemt me in de maling.
- Je houdt me voor de gek.
Ik wou dat je bij me was.
Je moet met mij meekomen.
- Blijf hier met mij.
- Blijf hier bij mij.
Wil je met mij slapen?
Volgen jullie het nog?
hij is even oud als ik;
- Spreekt ge tegen mij?
- Heb je het tegen mij?
Kom je niet mee met mij?
- Zou je met mij spelen?
- Zouden jullie met mij spelen?
- Zou u met mij spelen?
Wil je met me trouwen?
- Blijf met mij in contact.
- Blijft met mij in contact.
Hou me niet voor de gek!
Speel geen spelletjes met me.
- Ze horen bij mij.
- Ze zijn bij mij.
Spreek niet zo tegen mij!
Jullie komen met mij mee.
Zo kan je niet tegen me praten.
Je moet met mij meekomen.
- Wissel met mij van plaats.
- Wissel van plaats met me.
Praat alsjeblieft met mij.
Mijn echtgenote kwam niet met me mee.
Hij is net zo oud als ik.
Kom met me zwemmen.
Speel niet met me, Tom.
Jullie moeten met me meekomen.
- Volgt u mij maar, als het u belieft.
- Kom met mij mee, alsjeblieft.
Je kunt met mij contact opnemen.
- Ik zie je daar.
- Ontmoet me daar.
Neem contact met me op.
Tom is bij mij.
Blijf hier bij mij.
Zo kan je niet tegen me praten.
- Je neemt me in de maling.
- Je houdt me voor de gek.
Mijn kat slaapt met mij.
Wie komt er met mij mee?
Kom je niet mee met mij?
Ze gaat met mij mee.
Wat zou jij met mij te bespreken hebben?
Wie komt er met mij mee?
Hou je me voor de gek?
Neem morgen contact met mij op.
Neem je me in de zeik?
En ze begon Frans met me te spreken
'Nanette' mag dan met mij begonnen zijn,
Dit heeft niets met mij te maken.
Ze lachten mij uit.
Zou het mogelijk zijn met mij van kamer te wisselen?
Ik wil dat je met me meegaat.
Wil je met me mee?
- Uw geheim is bij mij in zekerheid.
- Jouw geheim is bij mij in zekerheid.
- Je geheim zal bij mij veilig zijn.
- Wilde je me spreken?
- Wilde u me spreken?
Tom wilde niet met me praten.
Waarom wilde je me spreken?
Tom wil niet met mij wonen.
Tom heeft me uitgelachen.
Tom komt met me mee naar Boston.
Hij is niet meer in me geïnteresseerd.
Niemand praat met me.
Drink iets met me.
Stop met me te plagen.
Ze sprak mij aan in het Spaans.
Neemt ge mij voor een idioot?
Mijn ouders zullen trots op me zijn.
Je kan vannacht bij mij blijven.
Ze kwam mij niet voorbij zonder mij te spreken.
Mijn ouders waren trots op mij.
Ik houd van de manier waarop je voor me zorgt.
Waarom spreekt u nu niet met mij?
Mijn ouders zullen trots op me zijn.
Hij sprak Duits met me.
- Komt u ook maar met mij mee.
- Jij kunt ook wel met me meekomen.
Hij sprak er met mij over.
Zou je graag met me spelen?
Zij willen bij mij blijven.