Examples of using "Karar" in a sentence and their dutch translations:
Jij bepaalt.
Jij bepaalt.
Tijd voor een beslissing.
Het besluit staat vast.
Ik heb beslist.
Dit is een lastige, maar het is aan jou.
Dit is een lastige, maar het is aan jou.
We hebben de knoop doorgehakt.
We moeten beslissen.
Dit is jouw keuze.
Lastige beslissing.
Zeg jij het maar.
Jij mag beslissen.
Je moet een beslissing nemen.
Aan jou de keus.
Ik besloot het uit te zoeken.
om een zeshoekig potlood te maken,
- Jij beslist.
- Jij bepaalt.
- U bepaalt.
- U beslist.
- Jullie bepalen.
- Jullie beslissen.
Wat heb je besloten?
Heb je een beslissing genomen?
Tom nam een beslissing.
We besloten te blijven.
Wij zullen later besluiten.
Ik heb besloten om te blijven.
- Ik heb een beslissing getroffen.
- Ik heb een beslissing genomen.
Neem een beslissing!
Besluit zelf!
Ze besliste ontslag te nemen.
Layla besloot om de hijaab te dragen.
en besloten dat het ermee overeenkwam,
Lastige afweging. Het is jouw beslissing.
Jij beslist, wat doen we?
Snel beslissen. Kom op.
Jij bent de baas, jij beslist.
- Heeft u nog geen beslissing genomen?
- Heb je nog niet besloten?
- Ik heb nog niet gekozen.
- Ik heb nog niet besloten.
We hebben nog niet beslist waar we gaan rusten.
De beslissing was ongunstig voor ons.
Alain nam een beslissing.
Hij trof vlug een beslissing.
Je moet gewoon beslissen.
We moeten een beslissing nemen.
Ik heb besloten niet naar Europa te gaan.
Ik heb besloten om in Boston te blijven.
- Waarom heb je besloten te blijven?
- Waarom hebt u besloten te blijven?
- Waarom hebben jullie besloten te blijven?
Ik dacht dat we dat besloten hadden.
Ik besloten er met de trein naartoe te gaan.
Heb je een besluit genomen?
- Hij besliste te stoppen met roken.
- Hij besloot te stoppen met roken.
- Hij besloot eindelijk te trouwen.
- Hij heeft besloten eindelijk te trouwen.
We beslissen samen.
Ik heb besloten met pensioen te gaan.
De beslissing is nog niet zeker.
De rechtbanken beslissen dit.
Ik zal beslissen wat er gedaan wordt.
Dat beslis ik later.
We hebben besloten om ze niet te ontslaan.
Ik kon niet besluiten wat ik zou doen.
Je hebt besloten om te stoppen met roken.
Angst is een slechte raadgever.
Wij zullen later besluiten.
- Dat is een wijs besluit.
- Dat is een verstandig besluit.
Zo, hebt ge al beslist?
Ik heb besloten steno te leren.
Ze besloot met Tom te trouwen.
Tom nam de verkeerde beslissing.
Tom heeft besloten om te komen.