Examples of using "His" in a sentence and their dutch translations:
Dat voelt goed.
Het is een fantastisch gevoel.
Het is een goed gevoel. Oké.
En dat gevoel bleef maandenlang bij me.
Ik heb het idee dat ze vandaag zal komen.
Maar op donkere nachten... ...neemt een zesde zintuig het over.
Ik heb een slecht gevoel.
De manier waarop hij naar me keek, gaf me een slecht gevoel.
Ik heb het gevoel dat het niet zo eenvoudig gaat zijn.
Ik heb een naar gevoel dat iets verkeerd is gegaan.
- Ik heb het gevoel dat jij een heel goede advocaat zult zijn.
- Ik heb het gevoel dat u een heel goede advocaat zult zijn.