Examples of using "Iyi" in a sentence and their dutch translations:
- Akkoord.
- Oké.
- In orde.
- Okidoki.
- Geweldig.
- Fijn.
- Nou!
- Goed!
- Goed zo.
Ik voel me niet lekker.
Fijne reis!
- Geniet van uw verblijf.
- Geniet van je verblijf.
- Goedenacht.
- Slaap wel.
- Welterusten.
- Slaap lekker!
Goede ouders zijn de beste onderwijzers.
- Ik voel me niet goed.
- Ik voel me niet lekker.
- Gaat het goed met jullie?
- Gaat het goed met je?
- Gaat het goed met u?
- Zit je goed in je vel?
- Goed werk!
- Goed gedaan!
Ik had een goed netwerk, een goede reputatie --
Het is goed, maar niet goed genoeg.
Dat is niet slecht.
Goed gedaan.
Braaf schaap.
Braaf schaap.
Veel succes.
Goed werk.
...vul hem.
Goede reis!
Goede reis!
- Je ziet er prima uit.
- U ziet er prima uit.
- Jullie zien er prima uit.
- Veel plezier!
- Amuseer je!
Ik kan niet goed zien.
Het komt wel goed met je.
- Ik voel me niet goed.
- Ik voel me niet lekker.
Ze zijn goed.
- Ze zijn in orde.
- Zij zijn in orde.
- Het gaat goed met ze.
Slaap lekker.
Het gaat goed met Tom.
Was het goed?
- Goedenacht.
- Slaap wel.
- Goedenacht!
Heb een fijne kerst.
Ik slaap niet goed.
- Slaap wel.
- Welterusten.
- Slaap lekker!
Heel goed!
- Hoe gaat het?
- Alles goed?
- Prettige dag!
- Nog een leuke dag!
Goedenavond.
Ik heb niet goed geslapen.
- Veel succes!
- Succes!
Brave hond!
Het is prima.
Ik zal aardig zijn.
- Is het lekker?
- Is het goed?
Het komt wel goed.
Luister goed.
- Goedenacht.
- Goede nacht!
- Goedenacht!
Het gaat mij slecht.
Het was een goed antwoord.
Fijne feestdagen.
Een goede keuze!
Ziet er goed uit!
- Leuk geprobeerd.
- Goed geprobeerd.
- Goeie poging.
- Oké.
- Prima.
Het is beter.
Vis, vol eiwit, goede energie,
Zorg goed voor jezelf.
De aanval is de beste verdediging.
- Het is beter als je weggaat.
- Je kan maar beter gaan.
- Goedenavond, hoe maakt u het?
- Goeienavond, hoe gaat het ermee?
Ik spreek goed Japans.
Bravo!
Goedenavond dames!
Wij zijn dikke vrienden.
Slaapwel, liefste!
Ben jij goed in tennis?
Mijn vader kan goed koken. En wat mijn moeder betreft, zij kan goed eten.
- Goed voor jullie.
- Goed voor u.
Ken is een goede zwemmer.
Hij spreekt heel goed.