Translation of "шуметь" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "шуметь" in a sentence and their dutch translations:

Обязательно так шуметь?

Is het nodig zoveel lawaai te maken?

Может, не будешь шуметь?

Zou je stil kunnen zijn?

Я обещаю не шуметь.

Ik beloof je dat ik stil ben.

Мы не дали им шуметь.

We hielden hen stil.

- Он сказал своим детям не шуметь так.
- Он сказал своим детям так сильно не шуметь.

- Hij zei tegen zijn kinderen dat ze niet zo veel lawaai moesten maken.
- Hij zei tegen zijn kinderen dat ze niet zo veel lawaai moeten maken.

- Постарайся не сильно шуметь.
- Постарайся удержать еду в себе.

Probeer het stil te houden.

- Я попросил Фому не шуметь.
- Я попросил Фому соблюдать тишину.
- Я попросил Фому сидеть тихо.

Ik vroeg Tom stil te zijn.