Examples of using "сидеть" in a sentence and their dutch translations:
Thuis blijven is saai.
Iedereen bleef zitten.
Tom bleef zitten.
Tom bleef zitten.
- Het is saai om thuis te blijven.
- Thuis blijven is saai.
Thuisblijven is niet leuk.
Hier mag je niet stil zijn.
Iedereen wil naast haar zitten.
...en dat houdt me van de koude vloer.
Iedereen wil naast haar zitten.
Tom wilde niet naast me zitten.
...en dat houdt me... ...van de koude vloer.
Je hoeft niet met me te zitten.
Ik wou liefst aan een vleugel zitten.
We kunnen niet zomaar niets doen.
Waar zou u willen zitten?
We konden alleen nog maar zitten en wachten.
Dus dit houdt me van het koude ijs...
In haar vrije tijd is ze graag op het Internet.
Ik vroeg Tom stil te zijn.