Examples of using "ребёнком" in a sentence and their dutch translations:
Ik was een gezond kind.
Wees geen kind.
Wees geen kind.
Ik wil een kind zijn.
Tom was mijn enig kind.
Ik praat met mijn kind.
We ontmoeten een Frans kind van vijf jaar
Het derde voordeel van een kind is het voordeel van tijd.
Als kind kon ik goed zwemmen.
Ik heb dat geleerd toen ik een kind was.
Ik wou dat ik enig kind was.
Dit is het huis waar ik als kind woonde.
Je behandelde me als een klein kind.
Hoewel hij nog maar een kind was, was hij heel moedig.
Tom behandelt me als een kind.
Ik woonde op een boerderij toen ik kind was.
Ze behandelden me als een kind.
Ze was een kind, maar ze was niet bang.
Mijn moeder stierf toen ik nog een kind was.
Tom behandelt Mary altijd als een kind.
Als kind ging ik elke zomer naar de zee.
Ik hou er niet van als een kind behandeld te worden.
Tom vindt het niet leuk als een kind behandeld te worden.
Het is niet eerlijk omdat je jezelf met een kind vergelijkt
Tijdens mijn jeugd voelde ik me erg Argentijns,
Ze vroeg me om op haar baby te passen tijdens haar afwezigheid.
Hij kwam vaak bij ons op bezoek toen ik nog een kind was.
Als kind ging ik dikwijls vissen met mijn vader.
Toen ik klein was, kon ik overal slapen.
en we zijn naar Denemarken verhuisd toen ik nog jong was.
Ik hou er niet van als een kind behandeld te worden.
Het is niet meer dan normaal dat hij trots is op zijn zoon.
- Tom heeft vaderschapsverlof.
- Tom heeft kraamverlof.
- Tom is met vaderschapsverlof.
- Tom is met kraamverlof.
Toen hij een kind was, was het zijn ambitie om leraar Engels te zijn.
Na je terugkeer in je vaderland zou je best een kinderarts raadplegen.
Toen ik klein was, las ik urenlang alleen op mijn kamer.
Tom dronk vaak chocolademelk toen hij een kind was.
Ik voel me net een klein kind.
Mijn oma heeft hier als kind een aantal jaren gewoond.
Hij kwam vaak bij ons op bezoek toen ik nog een kind was.