Examples of using "полудня" in a sentence and their dutch translations:
- Waarschijnlijk regent het vanmiddag.
- Waarschijnlijk gaat het vanmiddag regenen.
- Hij zal deze namiddag komen.
- Hij komt vanmiddag.
Waar ga je deze namiddag naartoe?
Het was bijna middag.
De trein zal voor 12 uur aankomen op het station.
Betty zal voor de middag kunnen komen.
Ik liet hem slapen tot de middag.
Gaat het vanmiddag regenen?
Tom hoopt dat Mary in de namiddag bij hem thuis zal kunnen komen.
We vertrekken morgen namiddag.
Ik zou hem morgenmiddag graag willen zien.
- Zijt ge bezet morgennamiddag?
- Heb je morgen middag iets te doen?