Examples of using "Пришлось" in a sentence and their dutch translations:
We moesten de deur openbreken.
Ik moest haar antwoorden.
Ik moest hem laten gaan.
We moesten stoppen.
Het leger moest zich terugtrekken.
Ik moest het zelf doen.
We moesten de slotenmaker erbij halen.
De arm van Tom moest worden afgezet.
Ik moest de regels veranderen.
Ik moest weer liegen.
Ik moest een keuze maken.
Ik moest mijn afspraak uitstellen.
Ik moest tegen iedereen liegen.
Tom hoefde zich niet te verstoppen.
Ik moest van hier weg geraken.
We moesten de deur openbreken.
We moesten de slotenmaker erbij halen.
Tom heeft dat moeten doen.
Ik moest van hier weg geraken.
Toms arm moest geamputeerd worden.
moest ik de nieuwe realiteit accepteren.
Zoveel dat hij ermee gestopt is.
Ik moest naar Amerika gaan.
Ik moest te voet naar huis gaan.
Ik moest op zondag werken.
Tom moest een auto huren.
We moesten uw milt verwijderen.
We moesten lang op de bus wachten.
Ze moest haar zus verzorgen.
Ik moest er gisteren heen gaan.
- Toms arm moest worden geamputeerd.
- Zij moesten Toms arm amputeren.
Ik moest de hele dag in bed blijven.
...ongelooflijke methodes bedenken om ze te misleiden.
Hij moest zelfs op zondag werken.
We moesten tien minuten op hem wachten.
Wij moesten er vijf ontslaan.
Ik moest kiezen tussen die twee.
Ik moest werken.
en daar moest ik het mee doen
De auto was kapot, dus moesten ze lopen.
Ik was ziek, en moest in huis blijven.
Ik moest Tom naar boven dragen.
Ik moest naar de afdeling spoedgevallen gaan.
Ik moest het haar vertellen.
Ze moest hard studeren om haar klasgenoten bij te halen.
Hij heeft veel moeilijkheden meegemaakt in zijn jeugd.
Hij moest de stad verlaten en verhuisde naar Berlijn.
Omdat er geen taxi was, moest ik te voet naar huis.
In de trein was het zo druk dat ik de hele rit heb moeten staan.
Ik moest mijn fiets duwen omdat ik een platte band had.
Ik moest lopen, omdat er geen taxi's waren.
Het vliegtuig maakte een noodlanding.
Door de regen moesten we onze picknick binnen eten.
Ze moesten hun plannen veranderen omdat de trein te laat was aangekomen.
Ik moest gaan.
Ik moest de hele dag in bed blijven.
De trein kwam op tijd aan, dus we hoefden helemaal niet te wachten.
In de trein was het zo druk dat ik de hele rit heb moeten staan.
Ik moest werken.
Ik moest werken.
en moest ik extra maatregelen nemen om mijn gezin te beschermen.
Gezien er geen vrije zitplaatsen waren in de bus bleef ik staan.
Omdat er geen plek meer was aan tafel, moest ik staand eten.
Ik moest een auto huren.
Ik hoefde niets te zeggen.
Tom moest zijn trots inslikken en toegeven dat hij hulp nodig had.
Ik moest de kamer verlaten omdat het te rokerig was.
Ik had het opgegeven en wilde teruggaan naar de kust. Iets deed me een beetje naar links gaan.
De kamer was zo donker dat we op de tast naar de deur moesten gaan.
- Gerhard Schröder is de eerste Duitse kanselier die de Tweede Wereldoorlog niet meegemaakt heeft.
- Gerhard Schröder is de eerste Duitse kanselier die de Tweede Wereldoorlog niet heeft meegemaakt.
Hij moest zijn slaapkamer met zijn broer delen.
De kamer was zo donker dat we op de tast naar de deur moesten gaan.
- Tom hoefde niet naar school.
- Tom hoefde niet naar school te gaan.
We hoefden niets te betalen.
Ze had een hond voor hem gekocht. Hij was echter allergisch voor honden, dus moesten ze hem weggeven.
Zij is chagrijnig, omdat ze de metro gemist had en naar het werk moest lopen.