Examples of using "делать" in a sentence and their dutch translations:
Wat gaan jullie doen?
Wat moet ik doen?
Wat ben je van plan om te doen?
Wat vind je leuk om te doen?
Het is aan jou om te besluiten wat te doen.
- Wat ben je van plan om te doen?
- Wat zijn jullie van plan te doen?
Wat ga je doen?
Wat wil je doen?
- Wat ben je van plan om te doen?
- Wat zijn jullie van plan te doen?
- Wat ben je van plan om te doen?
- Wat zijn jullie van plan te doen?
- Wat had u gedacht te gaan doen?
Zeg mij wat ik moet doen.
Je hoeft dat niet te doen.
Wat wil je doen?
Wat ga ik doen?
Wat moeten we doen?
om een zeshoekig potlood te maken,
Ik heb niets te doen.
Wat ben je van plan om te doen?
Wat zal ik daarna doen?
- We hebben geen toestemming om dat te doen.
- Wij hebben geen toestemming om dat te doen.
- We mogen dat niet doen.
- Wij mogen dat niet doen.
Beter niets doen, dan een fout te maken.
Wat moet ik doen?
Je had dat niet moeten doen.
We hadden dat niet moeten doen.
Hij had dat niet moeten doen.
Zij had dat niet moeten doen.
Heeft hij gezegd wat je moest doen?
Ik heb hem gezegd wat hij moest doen.
- Wat gaan wij doen?
- Wat zullen we doen?
Ik wil niets doen.
Ons is verteld dat we dat niet mogen doen.
Ze zullen het niet doen.
Dwing me niet om dat te doen.
Wat zal je doen na je werk?
Wanneer ga je dit doen?
Wat moeten we doen?
Jij beslist, wat doen we?
Wat gaan we doen?
Ik heb vandaag niets te doen.
Leer mij hoe men dat doet.
En wat doen we nou?
Wat doen we nu?
Wat gaan we nu doen?
Iedereen moet dit doen.
Wat gaan wij doen?
Wat ben je van plan om te doen?
Waarom moet ik dat doen?
Ze neemt graag foto's.
Wat moet ik nu doen?
Hij is bang fouten te maken.
- Ik heb niets te doen voor het ogenblik.
- Ik heb nu niets te doen.
- Ik moet momenteel niets doen.
Ik moet mijn huiswerk doen.
Ik ben me wezen laten inenten.
Wat moeten we doen?
Er moet wat gedaan worden!
- Wat is het nut daarvan?
- Wat heeft het voor zin?
Ik zal beslissen wat er gedaan wordt.
Wat wil je morgen doen?
Jullie hebben hier niets te zoeken.
Ze waren bang om het te doen.
- Ik weet wat te doen.
- Ik weet wat ik moet doen.
Ik heb niets te doen voor het ogenblik.
Ik heb niks beters te doen.
Wat wil je doen?
- Ik maak graag foto's.
- Ik trek graag foto's.
Ik ben daarmee gestopt.
Zeg mij wat ik moet doen.
Wat gaan we nu doen?
- Je kan je eigen conclusies trekken.
- Jij kan jouw eigen conclusies trekken.
- Ik weet niet wat te doen morgen!
- Ik weet niet wat ik morgen moet doen.
Ik weet gewoon niet wat te doen.
Tom had dat niet moeten doen.
Wat moet ik nu dan doen?
Ik had dat niet moeten doen.
Ik wist niet wat te doen.