Translation of "отпустить" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "отпустить" in a sentence and their dutch translations:

- Предлагаю тебе его отпустить.
- Предлагаю вам его отпустить.

- Ik raad aan dat je hem laat gaan.
- Ik raad aan dat je hem verlaat.

- Мне пришлось отпустить его.
- Мне пришлось его отпустить.

Ik moest hem laten gaan.

- Как ты мог его отпустить?
- Как вы могли его отпустить?

- Hoe kon je hem laten gaan?
- Hoe kon u hem laten gaan?
- Hoe konden jullie hem laten gaan?

вам нужно отпустить этот страх

je je angst los moet laten

то есть отпустить предрассудки и предположения;

weg van je vooroordelen en aannames;

И мы можем аккуратно отпустить ее.

En dan laten we hem zachtjes los en we laten hem gaan.