Examples of using "Toalha" in a sentence and their dutch translations:
- Ik geef het op.
- Ik gooi de handdoek in de ring.
De handdoek is nat.
De handdoek is droog.
Breng me een handdoek.
De handdoek is rood.
Hij heeft een handdoek nodig.
De handdoek is in de badkamer.
Waar is mijn handdoek?
Ik zal nog een handdoek brengen.
- Er is slechts een badhanddoek.
- Er is maar een badhanddoek.
Ik heb een droge handdoek nodig.