Examples of using "Vermelha" in a sentence and their dutch translations:
- Het verkeerslicht werd rood.
- Het licht werd rood.
Ik heb een rode fiets.
Deze appel is erg rood.
Deze appel is erg rood.
De appel is rood.
De kers is rood.
- Ik heb een rode das gekocht.
- Ik heb een rode stropdas gekocht.
Elke appel is rood.
De bloem is rood.
Het huis is rood.
Is de appel rood?
Het verkeerslicht werd rood.
De mier was rood.
De mier was rood.
De handdoek is rood.
Ze had een rode rok aan.
Ik heb nog nooit een rode koelkast gezien.
Deze appel is erg rood.
Antares is een rode ster.
De rode rok is nieuw.
Het rode huis is nieuw.
- Ik houd van rood vlees.
- Ik hou van rood vlees.
Tom eet geen rood vlees.
Mijn fiets is rood.
Een rood licht scheen in het duister.
Ze verfde de muur rood.
Ze zijn er in het rood, groen en geel.
Een rood licht scheen in het duister.
Ik heb nog nooit een rode koelkast gezien.
Ze was zo rood als een tomaat.
Er staat een rode roos in de vaas.
Ze wordt rood.
Mijn oor bloedde vanochtend.
Het is rood.
- Ze droeg een rode blouse.
- Zij droeg een rode blouse.
De Franse vlag is blauw, wit en rood.
Er is geen rode draad.
Je wordt rood.
De Italiaanse vlag is groen, wit en rood.
De zilveren bollen liggen rondom de rode bol.
- Mijn vader verfde de brievenbus rood.
- Mijn vader heeft de brievenbus rood geverfd.
Neem je de rode pil of de blauwe?
De kleuren van de Amerikaanse vlag zijn rood, wit en blauw.
Ik denk niet dat dit overhemd bij die rode stropdas past.
- Schots recept voor tomatensoep: doe heet water in een rode tas.
- Schots recept voor tomatensoep: doe heet water in een rode kop.
Ik heb nog nooit een rode koelkast gezien.
Je moet de auto tot stilstand brengen zodra er een rood lampje gaat branden.