Examples of using "Traga" in a sentence and their dutch translations:
Breng het hier.
Breng mango's mee.
Breng versterking.
Breng de sleutel.
- Breng hem snel binnen.
- Breng het snel binnen.
Breng een fototoestel!
Breng uw broer mee.
Breng me het woordenboek.
Breng mijn hoed.
Breng wijn.
Haal hulp.
Breng eten.
Breng hem naar binnen.
Breng het mee.
Breng me een handdoek.
Breng me de tijdschriften.
Breng je broer ook mee.
Breng me de schaar.
Breng me nog een biertje.
Breng mij een stuk krijt.
Breng het naar mij.
Breng de sleutels naar je broer.
- Zorg nou maar dat ik die lijst krijg.
- Ga maar gewoon die lijst halen.
Ober! Breng me alstublieft wat water.
Breng me alsjeblief de loper.
Breng mij de krant, alstublieft.
Breng me een glas water, alstublieft.
Breng een blad papier alstublieft.
Breng me azijn en olie, alsjeblieft.
Breng mij een kopje thee, alstublieft.
Breng mij alstublieft een halve fles wijn.
Breng me een glas water, alstublieft.
Breng je hond niet mee.
Ik ben uitgehongerd! Schiet op en geef me iets te eten.
- Breng ons alstublieft twee tassen thee en een tas koffie.
- Breng ons alstublieft twee koppen thee en een kop koffie.
Breng mij de krant van vandaag alstublieft.
Breng mij een proper bord en neem het vuile bord weg.
Laat de dokter komen, want ik ben ziek.