Examples of using "Precisa" in a sentence and their dutch translations:
- Hoeveel hebt ge nodig?
- Hoeveel heb je nodig?
- Je moet behoedzaam zijn.
- Je moet voorzichtig zijn.
- Zij heeft je nodig.
- Zij heeft u nodig.
- Hij heeft je nodig.
- Hij heeft u nodig.
- Je hebt dit nodig.
- U heeft dit nodig.
- Jullie hebben dit nodig.
Heb je geld nodig?
Ze heeft het nodig.
Het hoeft niet zo te zijn als dit.
Ze heeft hem meer nodig dan dat hij haar nodig heeft.
Hoeveel geld hebt u nog nodig?
- Het gras moet worden gesproeid.
- Het gazon moet worden besproeid.
Tom moet voorzichtiger zijn.
Je moet beter opletten.
Ze heeft onze hulp nodig.
Nee. De mensheid heeft...
Heb je dit boek nodig?
Hij heeft een bril nodig.
- Je moet niet eten.
- Je hoeft niet te eten.
Heb je geld nodig?
- Heb je hulp nodig?
- Hebben jullie hulp nodig?
- Heeft u hulp nodig?
Tom heeft me nodig.
Er moeten nieuwe batterijen in.
Je moet gewoon beslissen.
Ze heeft hulp nodig.
Hij heeft geld nodig.
Het moet weggehaald worden.
Hoeveel hebt ge nodig?
- Hij heeft het niet nodig te werken.
- Hij hoeft niet te werken.
Je moet opstaan.
Tom heeft geld nodig.
- Je hebt hulp nodig.
- U heeft hulp nodig.
- Jullie hebben hulp nodig.
- Jullie moeten meer eten.
- Je moet meer eten.
Je moet behoedzaam zijn.
Tom moet hulp zoeken.
Je hebt liefde nodig.
Tom had iets nodig.
Tom heeft water nodig.
Heb je een auto nodig?
- Heb je de sleutels nodig?
- Hebt u de sleutels nodig?
Je moet me volgen.
Heb je sleutels nodig?
Een mens moet werken.
- Je moet de badkamer schoonmaken.
- Jullie moeten de badkamer schoonmaken.
- U moet de badkamer schoonmaken.
Je moet hem tegenhouden.
Je moet snel werken.
Ge moet niet noodzakelijk naar daar gaan.
- Heb je geld nodig?
- Hebt u geld nodig?
- Heeft u geld nodig?
Je moet niet eten.
Tom hoeft niet op dieet.
Je hoeft me niet op te bellen.
Waarvoor hebt ge dat geld nodig?
- Waarom heb je het nodig?
- Waarom heeft u het nodig?
- Waarom hebben jullie het nodig?
Er is veel water nodig.
Dit shirt moet gestreken worden.
Een kind heeft liefde nodig.
Je ziel moet gered worden.
Deze fiets moet gerepareerd worden.
De badkuip moet worden schoongemaakt.
- Mijn horloge moet gerepareerd worden.
- Mijn horloge moet worden gerepareerd.
Ze heeft onze hulp nodig.
- Hebben jullie iets nodig?
- Heb je iets nodig?
- Heeft u iets nodig?
Wat heb je nog meer nodig?
Ze heeft een mantel nodig.
Poëzie hoeft niet logisch te zijn.
Je hebt alleen maar wat oefening nodig.
Hij heeft een handdoek nodig.
Ge moet niet noodzakelijk naar daar gaan.
Die poort moet worden geschilderd.
Je moet met iemand praten.
Heeft u een rasp nodig?
Mijn land heeft me nodig.
Je hoeft vandaag niet te studeren.
- Je hoeft vandaag niet te werken.
- U hoeft vandaag niet te werken.
Tom heeft geen bril nodig.
Je hoeft je niet te verontschuldigen.
Tom heeft een voorschrift nodig.
Tom heeft een bloedtransfusie nodig.
Tom heeft een transplantatie nodig.
Je hebt een vriend nodig.