Translation of "Rosto" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Rosto" in a sentence and their dutch translations:

Seu rosto ficou vermelho.

Zijn gezicht werd rood.

Seu rosto está vermelho.

Jouw hoofd is rood.

Tom lavou o rosto.

Tom waste zijn gezicht.

Ela tem o rosto redondo.

Zij heeft een rond gezicht.

Lavo o rosto toda manhã.

Ik was mijn gezicht iedere ochtend.

O rosto dela ficou vermelho.

Haar gezicht was rood.

Ele tinha um rosto moreno.

Hij had een donker gezicht.

- Lave o rosto.
- Lava a cara.

Was je gezicht.

Bebi muito. Meu rosto está inchado.

Ik heb te veel gedronken. Mijn gezicht is gezwollen.

Tom tem uma cicatriz no rosto.

Tom heeft een litteken in zijn gezicht.

A mulher está lavando o rosto.

De vrouw wast haar gezicht.

Ela tem um rosto muito bonito.

Zij heeft een heel mooi gezicht.

Tom está com o rosto vermelho.

Toms gezicht is rood.

O rosto dela, de repente, ficou vermelho.

Haar gezicht werd plotseling rood.

Procure em cada rosto o ser humano.

Zoek in elk gezicht de mens.

Maria escondeu o rosto entre as mãos.

Maria verborg haar gezicht in haar handen.

Ele tem uma grande cicatriz no rosto.

Hij heeft een groot litteken in zijn gezicht.

Lava o rosto e penteia o cabelo.

Was je gezicht en kam je haar.

Eu vi um sorriso alegre em seu rosto.

Op zijn gezicht zag ik een blije glimlach.

Lave o seu rosto e as suas mãos.

Was je gezicht en je handen.

- No rosto dele vi um sorriso alegre.
- Sobre sua face eu vi um alegre sorriso.
- No seu rosto eu vi um sorriso de alegria.
- Eu vi um sorriso alegre em seu rosto.

Op zijn gezicht zag ik een blije glimlach.

Eu sempre lavo o rosto com água e sabão.

Ik was altijd mijn gezicht met water en zeep.