Examples of using "Dela" in a sentence and their dutch translations:
- Het is van haar.
- Het is de hare.
- Dat is van haar.
- Dat is de hare.
Iedereen mag haar graag.
De hond is van haar.
Iedereen vindt haar aardig.
- Dump haar.
- Stuur haar weg.
- Poeier haar af.
- Zorg dat je van haar afkomt.
Het was niet van haar.
- Het spijt me voor haar.
- Ik heb medelijden met haar.
Ze lachten haar uit.
- Dit is van haar.
- Dit is de hare.
Hij had haar nodig.
Ik mis haar.
Hier is een foto van haar.
- Je moet uit de buurt blijven van haar.
- Je moet uit haar buurt blijven.
- Ik heb een foto van haar genomen.
- Ik heb een foto van haar gemaakt.
Haar sweater is paars.
Waar is haar huis?
Heb je haar telefoonnummer gekregen?
Ik ben de advocaat van haar familie.
Ik kan me haar naam niet herinneren.
Het is haar halsband.
Hij is haar vriend.
Dit boek is van haar.
Ik ben haar vergeten.
Deze schoenen zijn van haar.
Dat was niet haar idee.
Zijn vader stierf.
Deze paarden zijn van haar.
- Ik vind haar niet leuk.
- Ik mag haar niet.
- Morgen is haar verjaardag.
- Morgen is het haar verjaardag.
Ik woon naast haar.
Deze cd is van haar.
Ik heb een brief van haar ontvangen.
De paarden zijn van haar.
Ik zal ze zeker missen.
Ik eet bij haar thuis.
Haar neef woont in Europa.
Iemand heeft haar geld gestolen.
Ik ken haar adres.
Ze nam haar boek.
Haar vriend is Turks.
- Haar vader is Japanner.
- Haar vader is Japans.
Wat ze zei, klinkt raar.
Ik verwacht een brief van haar.
Haar familie beschermde haar.
- Je hebt haar hart gewonnen.
- Je won haar hart.
Haar zus ziet er jong uit.
Vandaag is haar doopfeest.
Ik heb een foto van haar genomen.
Ik heb een foto van haar gemaakt.
Dat is haar boek.
Waar is haar huis?
Is haar vader leraar?
Tom is haar broer.
Ik ben haar achternaam vergeten.
Haar gezicht was rood.
Het zijn hun boeken.
Dat is haar huis.
Haar glimlach sprak van liefde.
Kijk naar haar kont.
Ze heeft haar werk voltooid.
Haar ongemak was onvoorstelbaar.
Ik mis haar zeer.
Ze borstelt haar haar.
Ik mis haar iedere dag.
- Zingen is zijn sterkste punt.
- Zingen is haar sterkste punt.
Het is tijd voor haar om naar huis te gaan.
De bal trof haar in het oog.
- Betty vermoordde haar moeder.
- Betty heeft haar moeder gedood.
Het medicament heeft haar leven gered.
Haar haar wordt grijs.
- Geld heeft zijn leven veranderd.
- Het geld heeft zijn leven veranderd.
Ik hou van haar donkere ogen.
- Hun kinderen worden morgen gedoopt.
- Hun kinderen zullen morgen gedoopt worden.
Dat telefoontje heeft haar leven veranderd.
Haar kamer heeft rode muren.
Zijn haar kinderen in Duitsland geboren?
Haar zus woont in Schotland.
- Hoe spreek je haar naam uit?
- Hoe spreek jij haar naam uit?
Haar kapsel was een puinhoop.
Haar oudste zoon is niet getrouwd.
Ik heb haar gezicht niet graag.
Ik hou van hem.