Examples of using "Olhando" in a sentence and their dutch translations:
Zij zijn aan het kijken.
- Bent u aan het kijken?
- is hij aan het kijken?
- is zij aan het kijken?
Zijn jullie aan het kijken?
Ben je aan het kijken?
Ik ben alleen maar aan het kijken.
Ik kijk niet.
- Waar kijk je naar?
- Waarnaar kijk je?
- Blijf zoeken.
- Blijf kijken.
- Waar kijk je naar?
- Waarnaar kijk je?
Zij kijkt naar ons.
- Iedereen keek me aan.
- Iedereen was mij aan het aankijken.
Tom kijkt door de telescoop.
- Hij kijkt altijd naar u.
- Hij kijkt altijd naar jullie.
- Neen dank u, ik kijk maar wat.
- Nee, dank u. Ik kijk wat rond.
Ik zag hem naar mij kijken.
Naar wie kijkt Tom?
Iedereen kijkt naar mij.
"Kan ik u helpen?" "Nee, dank u wel. Ik kijk gewoon rond."
Alle jongens keken naar Tom.
Waar kijken jullie naar?
Hij kijkt naar een foto van zijn vriend.
Hij kijkt naar de foto van zijn vriend.
Ze gaapte mij een hele tijd aan.
Waarom staart iedereen naar Tom?
Tom en Maria staarden elkaar aan.
Kent u de man die naar u staart?
Hoe kan ik me ontspannen voelen, als jij zo naar mij kijkt.
Ik vroeg me af waarom de mensen mij aanstaarden.
Heb je een kaart? Want ik raak verdwaald in je ogen.
Waar kijk je naar?
De kat kijkt naar de vis.
Moeder Teresa begon haar werk door om zich heen te kijken om te zien wat er nodig was.
De kat zit op de stoel en kijkt naar het vlees dat op de keukentafel ligt.
Altijd wanneer de schoolbel klonk, staarde Ivan kwijlend in het niets. Na verscheidene mislukte uitdrijvingen ontdekten zijn ouders dat hij een reïncarnatie was van een van Pavlovs honden.