Examples of using "Senhor" in a sentence and their dutch translations:
Ja, sir.
Gaat u zitten, mijnheer!
Klopt dat, meneer?
Pardon, meneer. Heeft u vanavond gedronken?
Nee, meneer, ik ben Duits.
Heeft u mij geroepen?
Bent u getrouwd?
Spreekt mijnheer Frans?
Mijnheer Smith is gekomen.
Bent u Tom?
Spreekt u Duits?
Ik wens u een goede dag, mijnheer!
Kunt u autorijden?
Meneer, u bent uw jas vergeten!
Heel goed, meneer, en u?
Dat is meneer Pedro.
Bent u nog altijd gehuwd?
Meneer Gorbatsjov, haal deze muur neer!
Die oude man stierf aan kanker.
- Hebt u een afspraak?
- Heeft u een afspraak?
- Ik kan je niet uitstaan.
- Ik kan je niet verdragen.
Kijkt u tv?
U zou zich moeten voorstellen.
Je bent een engel!
Meneer, vult u alstublieft dit formulier in.
De heer is een Canadees econoom.
- Wat wil je eten?
- Wat wilt u eten?
- Een man genaamd mijnheer Itoh wil jou ontmoeten.
- Een persoon genaamd Itoh wil jou ontmoeten.
Hallo, is meneer Freeman er?
- Hoe zoudt ge uw koffie willen?
- Hoe wilt ge uw koffie?
Meneer Wang komt uit China.
"Is ze er al?" "Nog niet, meneer."
Het was aangenaam kennis met u te maken.
Hier is uw bon, meneer.
Kunt u autorijden?
Ik weet dat u leraar bent.
Ik moet je een domme vraag stellen.
Eet u vlees?
Heb je appels?
Hier is een heer die je zien wil.
Begrijp je me?
Wilt u wat koffie?
Wat zou u willen drinken, meneer?
Welk merk sigaretten rookt u?
- Spreekt u Duits?
- Spreken jullie Duits?
Morgen ga ik het huis van meneer Braun bezoeken.
Zou u alstublieft het licht willen aandoen?
Zou u Tom herkennen als u hem zag?
U bent erg vriendelijk, zei de verpleegster.
Drinkt u melk?
Ze zijn lui.
- Speelt u voetbal?
- Voetbalt u?
Drinkt u koffie?
Heeft u rijst?
Verstaat ge wat ik wil zeggen?
Staat u altijd zo vroeg op?
Neen, u vergist zich, mijnheer: uw brood is minder vers dan het mijne.
Mijnheer Ou is naar Japan gekomen om Japans te leren.
Meneer Wang kwam naar Japan om Japans te studeren.
Meneer Brown is onze leraar Engels.
Meneer Kinoshita heeft zijn bril gisteren op kantoor laten liggen.
Het kantoor van meneer Popescu is op de tiende verdieping.
- De kamer van mijnheer Johnson was een grote.
- De kamer van de heer Johnson was een grote kamer.
Kunt u mij alstublieft vertellen wanneer ik moet uitstappen?
- Vind je tennis leuk?
- Vindt u tennis leuk?
- Houden jullie van tennis?
Ieder zou meester moeten zijn over zijn eigen lot.
Laat het me weten als u iets nodig hebt!
Heeft u echt tegen Maria gezegd dat u haar haatte?
Meneer Johnson is ouder dan ik dacht.
- Eet u vlees?
- Eet je vlees?
De heer Tanaka is op het ogenblik niet op zijn kantoor.
Heeft u de brief ontvangen?
"Ach, mijnheer, uw moeder heeft me het huis uitgejaagd".
Vindt u tennis leuk?
Hebt u verse eieren?
Welke krant leest u?
Bent u al eens in Rome geweest?
Waar komt u vandaan?
Kunt u het openen?
Welk boek heeft u gekocht?
Heeft u een landkaart?
Mijnheer en mevrouw West zijn op huwelijksreis.
Waar woont gij?
Wilt u wat taart?
Heeft u lucifers?
- Bent u aan het kijken?
- is hij aan het kijken?
- is zij aan het kijken?
- Weet je het zeker?
- Weet u dat zeker?
Ik wil dat u een paar uur stil blijft liggen.
Willen jullie dat risico lopen?