Examples of using "Mentiu" in a sentence and their dutch translations:
Tom loog.
Niemand heeft gelogen.
Ze loog.
Hij loog over zijn leeftijd.
- Waarom loog je?
- Waarom loog u?
- Waarom logen jullie?
- Waarom heb je gelogen?
- Waarom heeft u gelogen?
Hij loog tegen ons.
Mary heeft gelogen over haar leeftijd.
- Je loog tegen me.
- U loog tegen me.
- Jullie logen tegen me.
Tom heeft tegen ons gelogen.
Je loog tegen me!
Hij heeft tegen mij gelogen.
Tom loog tegen Mary.
Ik weet dat Tom loog.
Waar heb je nog meer over gelogen?
Het is duidelijk dat hij gelogen heeft.
Tom weet dat Maria gelogen heeft.
- Waarom loog je tegen mij?
- Waarom loog u tegen mij?
- Waarom logen jullie tegen mij?
Denk je dat Tom tegen ons gelogen heeft?
Ik denk dat je me belogen hebt.
- Tom zegt dat hij nooit tegen Maria gelogen heeft.
- Tom zegt dat hij nooit tegen Maria heeft gelogen.
Je loog tegen me!
De politie vermoedt dat hij loog.
Verwijt je vriend niet, want jijzelf verdient het verwijt meer; hij is maar een éénmalige leugenaar terwijl jij nu nog altijd leugenaar bent.