Examples of using "Irritado" in a sentence and their dutch translations:
- Hij werd geïrriteerd.
- Hij raakte geïrriteerd.
Ik word boos.
Tom raakte erg geïrriteerd.
Geërgerd beende hij weg.
Waarom ben je altijd zo geïrriteerd?
Opgewonden raken is helemaal niet hetzelfde als boos worden.
Hij zei dat hij gewond raakte omdat het luipaard geïrriteerd was.
- Uw broer is erg kwaad.
- Je broer is erg boos.