Examples of using "Afastou" in a sentence and their dutch translations:
Hij is weggekomen.
- De hond ging weg.
- De hond liep weg.
Geërgerd beende hij weg.
Zijn zoektocht heeft hem weggeleid van de bescherming van de crèche...
Door de kloof in af te dalen zijn we van de kouderoute af...
Fouten gebeuren, zei de egel, en stapte van de haarborstel af.