Examples of using "Tão" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben zo dik.
Ik ben heel gegeneerd.
Ik verveel me zo.
Jullie zijn zo lui!
Kijk, de kleine eieren.
ik ben zo blij.
Je bent zo dapper!
Loop niet zo snel.
We zijn heel gelukkig.
Jullie zijn zo lui!
Waarom ben ik zo moe?
Het was zo donker.
Niet zo snel!
Ik ben zo dik.
Het is zo gênant.
Wat heb ik een pech!
Ik ben zo moe!
Ik voel me zo alleen.
Het was niet zo moeilijk.
Waarom ben ik zo moe?
Je hebt zo weinig geduld met me.
Waarom zijt ge zo treurig?
- Ik ben zo sterk als gij.
- Ik ben net zo sterk als jij.
Ik ben net zo groot als Tom.
Ik ben zo'n dwaas.
- Wees niet zo naïef.
- Stop ermee zo naïef te zijn.
Je hebt zo weinig geduld met me.
Je hebt zo weinig geduld met me.
Waarom zijt ge zo treurig?
Ik was net zo verbaasd als jij.
Nu is 't zo donker...
Zijn antennes zijn zo gevoelig...
Waarom was dat?
Praat niet zo hard.
Wees niet zo arrogant.
Praat niet zo hard.
- Doe niet zo kinderachtig.
- Wees niet zo kinderachtig.
Je bent zo dapper!
Het doet zo'n pijn. Stop!
Ik ben niet zo blij.
Hij is zo vrolijk.
Het is niet zo ver.
Ik voel me zo alleen.
Wees niet zo melodramatisch.
Het lijkt niet zo groot.
Tom is zo irritant.
- Waarom ben jij zo slim?
- Waarom ben je zo slim?
- Waarom zijn jullie zo slim?
Wat zijn jullie saai.
Zij is zo groot!
Wees niet zo gereserveerd.
We zijn er niet zo zeker van.
Ik ben nog nooit zo vernederd.
Ik ben nog nooit zo vroeg wakker geworden.
- Ik ben zo sterk als gij.
- Ik ben net zo sterk als jij.
Zo joods ben ik ook weer niet.
De nacht was zo donker, bijna zo donker als zijn hart.
- Ik ben helemaal niet moe.
- Ik ben absoluut niet moe.
Het is niet nodig zo luid te spreken.
Ik ben niet zo groot als jij.
Ze is even jong als ik.
- Waarom ben je zo moe?
- Waarom bent u zo moe?
Meg is even groot als Ken.
- Hij kon niet heel snel lopen.
- Hij kon niet heel snel rennen.
Dat is erg cool!
Ik ben niet zo jong als jij.
Mary is even groot als Tom.
Waarom doe je zo gemeen?
Wees niet altijd zo gehaast.
Ik ben zo dik.
Ik ben niet in staat om zo snel te praten.
Het ruikt vrij sterk.
Waarom ben je zo blij?
Waarom is het zo heet?
Ik ben zo blij voor je.
- Het was steenhard.
- Het was keihard.
- Het was zo hard als een kei.
- Het was bikkelhard.
Het valt wel mee.
Wat is er zo speciaal?
Ik ben niet zo gek.
Het meer is heel diep.
Je hebt zo weinig geduld met me.
Kinderen groeien zo vlug.
Ik zou daar niet zo zeker van zijn.
Vandaag is het niet zo koud.
Mijn haar is zo vuil!
Ze waren zeer gelukkig met elkaar.
Wees niet zo chagrijnig.
Zo moeilijk is het niet.
Het is niet echt zo eenvoudig.
Dat viel wel mee.
- Waarom zijt ge zo treurig?
- Waarom ben je zo verdrietig?
Jack, doe niet zo wild.