Translation of "Havia" in Dutch

Havia música.

Er was muziek.

Havia várias iguarias.

Er was een verscheidenheid aan zoetigheid.

- Nevara.
- Havia nevado.

Het had gesneeuwd.

Não havia pressa.

Er was geen haast bij.

Havia dois bolos.

Er waren twee taarten.

Havia muito vento.

Het was heel winderig.

- Tinha nevado.
- Havia nevado.

Het had gesneeuwd.

Havia uma ponte lá.

Er was een brug daar.

Havia alguém na casa.

Er was iemand in het huis.

Nada havia mudado realmente.

Niets was echt veranderd.

Não havia ninguém lá.

- Er was niemand aanwezig.
- Er was daar niemand.

Havia uma mesinha no quarto dela. E na mesinha havia uma garrafinha.

In haar slaapkamer stond een tafeltje. En daarop stond een klein flesje.

- Havia muitas maçãs estragadas na cesta.
- Havia muitas maçãs podres na cesta.

Er waren veel rotte appels in de mand.

- Não havia onde comprar comida.
- Não havia nenhum lugar para comprar comida.

Er was nergens voedsel te koop.

Havia um piano no quarto, mas não havia ninguém que o tocasse.

- In de kamer stond een piano, maar er was niemand die erop speelde.
- Er was een piano in de kamer, maar niemand speelde erop.

Havia algo chamado Centro Um.

Er was iets genaamd Centrum Eén.

Havia poucas pessoas na praia.

Er waren weinig mensen op het strand.

Havia muitas pessoas no quarto.

In de kamer waren veel mensen.

Havia lindas flores na recepção.

Er stonden mooie bloemen bij de receptie.

Não havia ninguém aqui ontem.

Gisteren was er niemand aanwezig.

Não havia ninguém no jardim.

Er was niemand in de tuin.

Havia vários tipos de doces.

Er was een verscheidenheid aan zoetigheid.

Não havia combustível o suficiente.

Er was niet genoeg brandstof.

Havia cinco meninos na sala.

Er waren vijf jongens in de kamer.

Obviamente, não havia outro jeito.

Er was kennelijk geen andere weg.

- Tinha nevado.
- Nevara.
- Havia nevado.

Het had gesneeuwd.

Havia dez ovos ao todo.

Er waren tien eieren in totaal.

Havia muitas pessoas no parque.

Er waren veel mensen in het park.

Não havia ninguém no quarto.

Er was niemand in de kamer.

Não havia ninguém em casa.

Er was niemand thuis.

Havia muitos botes no lago.

Er waren veel boten op het meer.

Havia trinta passageiros no ônibus.

Er waren dertig passagiers in de bus.

- Havia um piano no salão, mas ninguém o tocava.
- Havia um piano no quarto, mas não havia ninguém que o tocasse.

- In de kamer stond een piano, maar er was niemand die erop speelde.
- Er was een piano in de kamer, maar niemand speelde erop.

- Ele explicou detalhadamente o que havia visto.
- Ele explicava detalhadamente o que ele havia visto.
- Ele explicava detalhadamente o que havia visto.

Gedetailleerd vertelde hij wat hij gezien had..

- Eles concluíram que ele havia mentido.
- Eles concluíram que ele havia contado uma mentira.

Ze kwamen tot de conclusie dat hij gelogen had.

Havia cinco por cento de indigência.

Zo'n 5% leefde in ernstige armoede.

Não havia mais comida nem caça.

Ze at niet meer, jaagde niet meer.

Não havia uma nuvem no céu.

Er was geen wolkje aan de hemel.

Tom nunca havia dirigido um caminhão.

Tom had nooit een vrachtwagen bestuurd.

Havia muita neve no ano passado.

- Vorig jaar was er veel sneeuw.
- Er was veel sneeuw vorig jaar.

Naquela época ainda não havia computadores.

In die tijd waren er nog geen computers.

Havia centenas de pessoas na praça.

Er waren honderden mensen op het plein.

Havia muitas maçãs podres na cesta.

Er waren veel rotte appels in de mand.

Não havia nenhuma alma na rua.

- Er was niemand op straat.
- Er was geen levende ziel op straat.

- Havia um engarrafamento.
- Tinha um engarrafamento.

Er was een file.

Havia um carro abandonado pelo rio.

Er stond een verlaten auto naast de rivier.

Não havia muitas pessoas na piscina.

Er waren niet veel mensen in het zwembad.

- Há muito tempo atrás havia uma ponte aqui.
- Há muito tempo havia uma ponte aqui.

- Lang geleden was hier een brug.
- Lang geleden was er hier een brug.

- Você comprou o que eu lhe havia pedido?
- Compraste o que eu te havia pedido?

- Heb je gekocht wat ik je vroeg om te kopen?
- Heeft u gekocht wat ik u vroeg om te kopen?
- Hebben jullie gekocht wat ik jullie vroeg om te kopen?

Que não havia pensado há muito tempo,

over dingen waar ik lang niet aan had gedacht.

... havia outro grande polvo ao lado dele.

...en er zit nog een grote octopus naast haar.

Tom sabia que Maria havia ameaçado João.

Tom wist dat Maria John bedreigd had.

Há muito tempo, havia uma ponte aqui.

Lang geleden was hier een brug.

Tom nunca havia visto Mary tão zangada.

Tom had Maria nog nooit zo kwaad gezien.

Há muito tempo havia uma ponte aqui.

- Lang geleden was hier een brug.
- Lang geleden was er hier een brug.

Havia um caderno azul sobre a mesa.

Op tafel lag een blauw schrift.

Tom chegou mais cedo como havia pedido.

Tom kwam eerder, zoals hem gevraagd was.

Havia muitas estrelas a vista no céu.

Er waren veel sterren zichtbaar aan de hemel.

Ele me disse que havia votado para sair,

Hij vertelde me dat hij voor uittreding had gestemd,

Eu sei que havia uma grande igreja aqui.

Ik weet dat hier een grote kerk stond.

- Não havia ninguém lá.
- Não estava ninguém lá.

- Er was niemand daar.
- Er was niemand aanwezig.
- Er was daar niemand.

- Não havia ninguém lá.
- Não tinha nada aí.

- Er was niemand daar.
- Er was niemand aanwezig.

Ele descreveu o que havia acontecido em detalhes.

Hij heeft uitgebreid beschreven wat er gebeurd is.

Eu não sabia que havia uma lagoa aqui.

Ik wist niet dat hier een vijver was.

Eu sabia o que havia na outra sala.

Ik wist wat er in de andere kamer was.

Uma vez havia um fazendeiro pobre na vila.

Er was eens een arme boer in het dorp.

- Não havia ninguém no quarto.
- Não tinha ninguém no quarto.
- Não havia ninguém na sala.
- Não tinha ninguém na sala.

Er was niemand in de kamer.

Antigamente havia uma grande cerejeira atrás da minha casa.

Er stond vroeger een grote kersenboom achter mijn huis.

Antigamente, havia um hotel em algum lugar por aqui.

Vroeger was hier ergens een hotel.

Havia um piano no salão, mas ninguém o tocava.

Er was een piano in de kamer, maar niemand speelde erop.

- Ninguém estava em casa.
- Não havia pessoas em casa.

Niemand was thuis.

Nenhum sistema imunológico humano havia visto esse vírus antes.

Geen enkel menselijk imuunsysteem heeft dit virus ooit gezien.

- Havia um silêncio na sala.
- O quarto estava silencioso.

De kamer was stil.

Não havia nada que eu pudesse fazer para ajudar.

Er was niets dat ik kon doen om te helpen.

Havia quatro pessoas no carro na hora do acidente.

Er waren vier mensen in de auto wanneer het ongeval gebeurde.

Eu sabia que eu já havia visto isso antes.

Ik wist dat ik het al vroeger gezien had.

Tom perdeu o livro que havia emprestado da biblioteca.

Tom verloor het boek dat hij van de bibliotheek had geleend.

Havia algo mais que deu aos vikings sua vantagem letal?

Was er nog iets dat de Vikingen hun dodelijke voorsprong gaf?

Porque a União Europeia não havia feito nada por ele.

omdat de EU niets voor hem gedaan had.

Foi um dia agradável, mas havia pouca gente no parque.

Het was een aangename dag, maar er waren weinig mensen in het park.

- Não havia nada para comer.
- Não tinha nada para comer.

Er was niets te eten.

Havia um bom tanto de estudantes ausentes da aula hoje.

Er waren redelijk wat leerlingen niet in de les vandaag.

Tom disse que não havia tempo suficiente para fazer isso.

Tom zei dat er niet genoeg tijd was om dat te doen.

- Você sabia que havia uma passagem secreta escondida atrás da estante?
- Você sabia que havia uma passagem secreta escondida atrás da estante de livros?

Wist je dat er een geheime doorgang achter het boekenrek schuilde?

Séculos depois, havia mais homens no espaço do que na terra.

Eeuwen later waren er meer mensen in de ruimte dan er op Aarde waren.

- Havia muita neve no ano passado.
- Nevou muito no ano passado.

- Er was veel sneeuw vorig jaar.
- Het heeft afgelopen jaar veel gesneeuwd.

Havia um líquido marrom, malcheiroso e estranho na cesta de papéis.

Er was een rare, stinkende, bruine vloeistof in de vuilnisbak.

Mas acha que havia uma forma mais rápida de entregar os medicamentos?

Maar was er een snellere manier... ...om de medicijnen te bezorgen?