Examples of using "Fazia" in a sentence and their dutch translations:
Hij brouwde bier.
Was het gisteren warm?
Gelukkig was het weer mooi.
De nacht was zo koud.
- Deze morgen was het bitter koud.
- Vanmorgen was het heel koud.
's Ochtends was het erg koud.
Het was zonnig en warm.
Gisteren was het niet zo heel koud.
George deed op dezelfde manier zaken als zijn vader.
- Het was heel heet.
- Het was heel warm.
- Het was erg heet.
Tom heeft het niet gedaan.
De Uruguayaanse dictatuur hoorde bij het 'Plan Cóndor'...
En toen... Mijn afdeling maakte valse documenten.
- Ik had geen idee dat hij arts was.
- Ik wist niet dat hij dokter was.
Tom had geen idee waar Mary was.
Tom zei tegen Mary dat het te heet was om buiten te gaan spelen.
Het meisje vond afwassen niet leuk, maar ze maakte er het beste van.
Toen ik klein was zorgde mijn moeder ervoor dat ik alles opat wat er op mijn bord lag.
Tom zei dat hij het niet gedaan heeft.