Translation of "Façamos" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Façamos" in a sentence and their dutch translations:

Façamos isso.

Laten we dat doen.

Façamos uma pausa!

Laten we een pauze houden!

Façamos um pouco mais.

Laten we nog iets meer maken.

O que eles querem que façamos?

Wat willen ze dat we doen?

Pouco importa se é bom, façamos mesmo assim.

Of het nu goed is of niet, laten we het toch doen.

Que é que você propõe que façamos agora?

Wat stel je voor dat we nu doen?

- Vamos dar uma pausa de dez minutos.
- Façamos uma pausa de dez minutos.

- Laten wij tien minuten pauze nemen.
- Laten we tien minuten pauzeren.