Examples of using "Dez" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb tien pennen.
Ik ga om tien uur.
Tel van een tot tien.
Hoeveel is tien min drie? - Tien min drie is zeven.
Tien dagen gingen voorbij.
Hij spreekt 10 talen.
Hij heeft tien koeien.
Ik heb tien minuten lang gewacht.
Gisteren ging ik om 10 uur naar bed.
Ze heeft tien kinderen.
Ben je tien jaar?
Deze hoed kostte tien dollar.
Het is tien minuten voor elf.
Hij spreekt 10 talen.
- Hij zal over tien minuten terug zijn.
- Hij is over tien minuten terug.
Tien jaar is een lange tijd.
- Hij zal over tien minuten terug zijn.
- Hij is over tien minuten terug.
Ik heb ten minste tien boeken.
Acht plus twee is tien.
Mijn moeder heeft tien eieren gekookt.
Ik heb het gekocht voor tien dollar.
Kan je tien minuten wachten?
Er waren tien eieren in totaal.
Het is precies tien uur.
Is tienduizend yen genoeg?
Nick is mij tien dollar verschuldigd.
U bent tien minuten te laat.
Ik heb hier tien jaar gewerkt.
Mijn zoon is tien jaar oud.
Ik ga om tien uur naar bed.
Dit hemd kost tien dollar.
Ik ben er over tien minuten.
Het is tien minuten voor elf.
- Ik heb tien dollar aan een boek uitgegeven.
- Ik heb tien dollar uitgegeven aan een boek.
Ik ga slapen rond tien uur.
- Laten wij tien minuten pauze nemen.
- Laten we tien minuten pauzeren.
"Hoe laat is het?" "Het is half elf."
De bus kwam tien minuten te laat.
Ik ben een moeder met tien kinderen.
Het is al tien uur 's avonds.
Ik heb het voor tien dollar verkocht.
De trein had tien minuten vertraging.
- Het is tien voor half elf.
- Het is twintig over tien.
Ze zijn tien jaar getrouwd.
10 personen zijn bij het ongeval verwond.
De les begint om tien uur.
Hij is hier tien minuten geleden aangekomen.
Over tien minuten ben ik vrij.
Ik heb het boek gekocht voor tien dollar.
Meet tien keer, om een keer te snijden.
Acht is vier vijfde van tien.
Ik ben over tien minuten vrij.
Tom is twaalf jaar oud.
Ze zullen over tien minuten hier zijn.
We moesten tien minuten op hem wachten.
Hij betaalde maar tien dollar voor het hemd.
Mijn grootvader aan moeders kant is tien jaar geleden gestorven.
...ruim tien jaar zo eenzaam was geweest.
De film begint om tien uur.
De prijs van brood is met tien yen gestegen.
Ik sliep om tien uur 's avonds.
- Hij zal over tien minuten terug zijn.
- Hij is over tien minuten terug.
Het gebeurde tussen acht en tien uur.
Om de tien minuten is er een bus.
Het is tien voor acht 's ochtends.
Ik ga om half elf slapen.
Mijn verjaardag is op tien november.
Laten wij tien minuten pauze nemen.
Na tien minuten gingen ze over op een volgend thema.
Zij kan tien talen spreken.
Wacht tot ik tot tien tel.
Vijf maal twee is tien.
Zet de klok goed. Hij loopt tien minuten voor.
Hoe tel je tot tien in het Frans?
Ik studeer sinds tien maanden in China.
Negen keer op tien raad ik juist.
Tien minus twee is gelijk aan acht.
Hij heeft tien boeken geschreven, maar heeft er geen enkele van uitgegeven.
Dit vrouwtje kan langer dan tien meter worden.
De eerste uitgave verscheen tien jaar geleden.