Examples of using "Abraço" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb een knuffel nodig.
Mary gaf Tom een knuffel.
Geef me een knuffel.
Beste mensen... ...bedankt. Bedankt voor jullie omhelzing.
Wat deed dat deugd uw omhelzing te voelen!
Mag ik je knuffelen?
Mag ik je knuffelen?