Examples of using "Óleo" in a sentence and their dutch translations:
Geef deze fiets wat olie.
Het zit vol met oliën.
Mijn kleren waren vuil van de olie.
Hij kocht veel bloem en olie.
De prijs van olie stijgt.
Olie mengt niet met water.
Hij kocht veel bloem en olie.
- Je kan olie en water niet mengen.
- Je kunt niet olie en water mengen.
Breng me azijn en olie, alsjeblieft.
Je kunt niet olie en water mengen.
Zij kocht een hoop meel en olie.
Het is niet nodig de olie elke 3000 mijl te vervangen.
En plotseling lost die vette olie op in het water.