Examples of using "Roupa" in a sentence and their dutch translations:
- Kleed je uit.
- Trek je kleren uit.
Kleed je om.
Zwarte stoffen absorberen het licht.
Tom streek zijn kleren.
Tom kleedde zich om.
Ik heb me omgekleed.
Welke kleren moet ik aantrekken?
Je moet je vuile was niet buiten hangen.
De kleren maken de man.
Tom streek zijn kleren.
- Kleed je om.
- Omkleden.
Je moet je vuile was niet buiten hangen.
Ik moet me omkleden.
De wasmachine is kapot.
Mijn kleren waren vuil van de olie.
Ik moet me omkleden.
Mamma heeft een nieuwe jurk voor me gemaakt.
Ik zou me graag willen omkleden.
- Maria geeft veel geld uit voor kleren.
- Maria besteedt veel geld aan kleren.
Mijn moeder wast alle dagen kleren.
- De shirts van de man zijn in de kleerkast.
- De overhemden van de man liggen in de kleerkast.
Ik heb vandaag geen tijd om de was te doen.
Deze kleding is vuil en moet gewassen worden.
Ik geef minder geld uit aan kleding dan mijn zus.
Pas op dat je je kleren niet scheurt aan die spijker.
Om te leven hebben we eten nodig, kleren, en een dak boven ons hoofd.
Wat voor soort kleding heeft u voor de kinderen gekocht?
- In de koffer was niets op vuile kleren na.
- In de koffer zaten alleen vuile kleren.
Ik heb een enorme berg kleren in mijn kledingkast.
Schapenwol wordt al eeuwen gebruikt om warme kleren te maken.
Ik kan niet tegelijk mijn nagels knippen en de strijk doen!
Ik wil een kledingstuk kiezen... ...dat ik wel kwijt kan.
- Waarom kleed je je uit?
- Waarom kleed u zich uit?
- Waarom kleden jullie je uit?
Met zijn kleurrijke kleding, zijn lange pruik en zijn witte handschoenen zou men kunnen afleiden dat hij uit een soort Disneyland is weggelopen.