Examples of using "Zna" in a sentence and their dutch translations:
Kent ge hem?
Iedereen kent de wet.
Iedereen kent iedereen.
Ze kent de route uit haar hoofd.
- Weet u uw maat?
- Weet u welke maat u hebt?
Kent ze jullie?
Hij spreekt geen Engels.
Jorge kan vier talen spreken.
Niemand kent de toekomst.
Hij en alleen hij weet de hele waarheid.
Wie weet?
Iedereen kent onze namen.
Sport kent geen grenzen.
Het is duidelijk dat hij het antwoord weet.
Kent hij mij?
Hij kent de heer Davidson goed.
Hij deed alsof hij het antwoord niet wist.
Kent er iemand Japans?
Kan hier iemand Frans spreken?
Heel veel mensen kennen hem.
Wie kent dit probleem niet!
Weet iemand de naam van de overledene?
- Tom weet de naam van de hond van Maria.
- Tom kent de naam van Maria's hond.
Tom kent Maria sinds ze een klein meisje was.
Dat is waanzinnig! Jouw moeder spreekt zes talen?
Bob kan alle vragen beantwoorden.
Niemand kent zijn echte naam.
- Hij kent de streek als zijn broekzak.
- Hij kent de streek op zijn duimpje.
Vreemd dat niemand ons kent.
Tom zei dat hij niet wist wie Maria's vriend was.
Het is zo'n oud lied dat iedereen het kent.
- Tom weet niet wat het verschil is tussen Europa en de Europese Unie.
- Tom weet het verschil tussen Europa en de Europese Unie niet.
Hij kan Frans spreken.
Hij weet precies hoe hij moet jagen en dominant moet zijn in die omgeving. Hij kan doen wat hij wil.
Voor iemand die de essentie niet kent van muziek, lijkt het alsof niets gemakkelijker is dan piano spelen.
Als iemand die je achtergrond niet kent zegt dat je klinkt als een moedertaalspreker betekent dat dat diegene waarschijnlijk iets in je spreken opgemerkt heeft dat hem deed realiseren dat je geen moedertaalspreker bent. Met andere woorden, je klinkt niet echt als een moedertaalspreker.