Examples of using "Wrócić" in a sentence and their dutch translations:
- Je moet terug.
- Je moet teruggaan.
Ik moet terug.
Ik moet terug naar Boston.
Ik raad je aan naar huis te gaan.
- Nee. Ik moet helaas weer vroeg terug.
- Nee. Het spijt me, maar ik moet vroeg terug.
We zouden dat voorstel beter nieuw leven moeten inblazen,
Ze moet terugkeren om hem te vinden... Alleen.
Zodra ze haar 15 eieren heeft gelegd, moet ze terug naar waar ze begon.
Ik wilde haar helpen bij haar hol te komen.
We moeten terug... ...en die stenen beschutting gebruiken.
Moeten we teruggaan voor andere manieren... ...om de beschaving te vinden?
Tom wilde vroeg naar huis, maar Maria niet.
Nu is het tijd om verder te gaan, het koude, natte, gevaarlijke terrein in.
Nu is het tijd om verder te gaan 't koude, natte, gevaarlijke terrein in.
Moeten we graven? Of moeten we teruggaan voor water om 'm eruit te spoelen?
Het is nuttig om thuis... ...zo veel mogelijk wetenschappelijke artikelen te lezen.
En ik kan niet meer omhoog met deze verticale canyonwanden. Dit is nou rimrocked zijn.
Als je terug wilt naar het begin en een andere route... ...naar het wrak wilt nemen, kies dan 'Aflevering opnieuw afspelen'.
Maar het probleem is natuurlijk dat ze terug moet. Aan de andere kant pikt de haai haar geur weer op.